Greet Roodveldt was zes jaar toen de oorlog uitbrak. Na de Februaristaking veranderde haar jonge leven in de Spaarndammerbuurt enorm.
Waar woonde u vroeger?
Ik woonde met mijn ouders en zusje in de Wormerveerstraat toen de oorlog begon. Mijn vader en moeder zaten allebei in het verzet en hebben geholpen met de organisatie van de Februaristaking. Na die staking werd er jacht gemaakt op de deelnemers. Mijn moeder is opgepakt en mijn vader is ondergedoken. Vanaf dat moment woonden wij bij mijn opa en oma in de Spaarndammerstraat. Ik woonde daar met mijn zusje, maar ook mijn oudere neef en nog een nichtje en neefje woonde bij mijn grootouders. Mijn oom en tante zaten namelijk ook in het verzet. Voor ons was dat eigenlijk heel normaal. Ik zag bij mijn grootouders ook vaak illegale krantjes van de Waarheid liggen.
Hoe ging dat toen u moeder werd opgepakt?
Het was een zondagochtend in april 1941. Wij liepen nog in ons pyjama toen er werd aangebeld. Het waren politieagenten uit de Spaarndammerstraat die mijn moeder op kwamen halen. Ze heeft jaren in de gevangenis gezeten. En zij is overgebracht naar Ravensbruck, dat was een speciaal kamp voor vrouwen. Veel vrouwen van het verzet gingen daarheen. Dat moet verschrikkelijk geweest zijn. Al die tijd hebben wij niks meer van haar gehoord. Wij dachten echt dat ze dood was. In april 1945 is zij door Zweden, samen met andere gevangenen, vrijgekocht uit het concentratiekamp. Toen heeft het nog tot Augustus geduurd voordat zij eindelijk terug kon komen naar Nederland. Het was zaterdagavond laat en ik lag al in bed. Opeens hoorde ik mijn moeders stem op de trap. Voor mij was ze niks veranderd, maar mijn zusje was jonger en die herkende haar niet meer.
Wat merkte u nog meer van de oorlog?
Je bleef vroeger toch vooral in je eigen buurtje. Wat er in andere buurten, zoals in Zuid waar Anne Frank woonde, gebeurde dat wisten wij eigenlijk niet. Wij waren natuurlijk ook nog maar kinderen. Wat wij er vooral van merkte was dat er veel minder mocht. Zo mocht opeens niemand meer het Westerpark in. Dat er joodse mensen in de buurt woonden daar kwamen we pas tijdens de oorlog achter toen ze een ster moesten gaan dragen. Daarvoor speelde dat helemaal geen rol. Natuurlijk heb ik wel meegemaakt dat hier het vliegtuig naar beneden is gekomen op de school. Gelukkig gebeurde dat op woensdagmiddag en was de school leeg. Wij hebben toen de brokstukken op straat zien liggen. De dag dat de Canadezen door de Spaarndammerstraat kwamen, was zo mooi. Iedereen danste op straat. Ik heb toen nog tulpen aan de Canadezen gegeven.




e officier had daar geslapen, maar hij heeft de spullen nooit gevonden. Die hadden we dus weer gewoon terug.


il moest zijn. Ook herinner ik de harde knallen en het luchtalarm. Dan schrok ik en begon ik heel hard te huilen. Mijn familie praatte altijd veel met elkaar en ook over de oorlog. Mijn broer heeft een boekje over de buurt geschreven. Ook heb ik veel over de oorlog gelezen. Dan denk ik wel eens: zat ik daar echt midden in? Als ik een film over de oorlog zie, kan ik zo gaan huilen. Ik denk dat het anders is, omdat ik wel in de oorlog geboren ben en niet vlak daarna.











en grote barakken met aparte gedeeltes voor mannen en vrouwen. De wc´s hadden geen dak, dus als het slecht weer was, was dat niet zo prettig. Als je ´s nachts je bed uit wilde, struikelde je over de spullen die op de grond lagen. En dan werd iedereen natuurlijk weer kwaad. Vrienden maken, kon niet in het kamp. Elke week gingen er weer mensen weg. Ik heb wel nog een broertje gekregen. Mijn jongere broertje is geboren in kamp Westerbork . Wij hebben heel lang in Westerbork gezeten. 600 mensen zijn in Westerbork achter gebleven om het kamp af te breken. Dan zouden er geen sporen meer van te vinden zijn. Mijn vader was dokter geworden in de Hollandsche Schouwburg en dat heeft eigenlijk ons leven gered. Op 13 september 1944 zaten wij al in de trein richting Bergen-Belsen. De kampcommandant wilde liever een heel gezin op transport doen en mijn vader zat nog in Amsterdam. Wij zijn toen uit de trein gehaald. Een paar dagen later brak de spoorwegstaking uit en er is gelukkig geen trein meer vertrokken vanuit Westerbork. Ik heb gewoon stinkend geluk gehad.








