‘Pulsen’


Nielofar (9), Nour (9)/n en Anchero (9) vertellen het verhaal van Jan Van der Linden 3 jaar toen de oorlog begon
Nigellestraat 126Amsterdam-Noord

Meneer Van der Linden vertelde ons dat er tijdens de Hongerwinter geen kolen meer waren. Gelukkig werkte zijn vader bij Shell. Hij nam grote zakken met oliebrokken mee naar huis om de noodkachel mee aan te maken. Die maakte zo’n lawaai, het leek wel een motorboot! Hoewel die kachel allang niet meer werkt, heeft meneer Van der Linden hem al die tijd bewaard.

Wat weet u nog van het begin van de oorlog?
“Mijn vader was gemobiliseerd, net als alle mannen die konden vechten. Mijn moeder en ik gingen regelmatig per bus, pont en trein naar Velserbeek bij IJmuiden, waar mijn vader met zijn regiment gestationeerd was. Op de dag dat de Duitsers daar binnentrokken wandelden we langs de haven. Hoog op een duin heb ik met mijn ouders staan kijken hoe de schepen binnenvoeren. Het eerste wat ik me van de oorlog kan herinneren, is dat ik toen opkeek naar mijn vader en hem zag huilen. De tranen liepen over zijn wangen. Hij begreep natuurlijk: de strijd was dan wel afgelopen, maar de ellende begon pas.”

Wat merkte u van de oorlog in uw buurt?
“’s Nachts vlogen geallieerde bommenwerpers massaal over, met wel vijftig tegelijk. Het geluid kwam van ver. Het werd steeds luider. Het was stikdonker, alles was verduisterd. Je kon alleen de Duitse zoeklichten zien. Zodra het afweergeschut een vliegtuig gevonden had, begonnen de Duitsers als gekken te schieten. Dan hoorde je de granaatscherven op het dak tinkelen. De geallieerden moesten de Fokkerfabriek hebben, aan de Papaverweg. Maar soms lieten ze de bommen op het verkeerde moment los. Op een ochtend ging het luchtalarm af, vlak voordat ik naar school moest. Mijn moeder stond mijn gezicht te wassen. We stonden dicht tegen elkaar aan. Plotseling was het alsof er op zolder een zak aardappelen werd leeggeschud. Roembeleboemmm boemboem. Alles schudde! Ik heb nog nooit een aardbeving meegemaakt, maar zo moet dat voelen. Achteraf weet ik dat dat het bombardement was op de Van der Pek- en de Vogelbuurt, van 17 juli 1943. Van mijn school, de Dr. A Kuyperschool in de Mosstraat, waren vier lokalen vernietigd. We zijn ondergebracht in de Oranje Nassauschool in de Azaleastraat. De ene week hadden we ’s middags les en de andere week ’s ochtends.”

Wat heeft u gezien van de Jodenvervolging?
“Mijn grootmoeder woonde aan de Schippersgracht, bij het Scheepvaartmuseum. De Jodenbuurt kende ik goed. Toen ik een keer bij mijn grootmoeder was, werden er Joodse mensen uit hun huizen gehaald en afgevoerd. Ze dachten dat ze op reis gingen, ze waren helemaal opgedoft. Mijn grootmoeder was nogal nieuwsgierig van aard en moest zo nodig gaan kijken, ook al smeekten m’n tantes haar om het niet te doen. Toen kwam er een Duitse soldaat bij ons de trap op rennen. Gelukkig hadden we geen Joodse mensen in huis, anders was het heel ellendig geweest! Het huisraad van de Joodse families werd door de firma Puls uit hun huizen gehaald. ‘Pulsen’ noemden ze dat. Op het Nigelleplein zag ik eens dat een huis werd ‘gepulsd’. Het speelgoed werd uitgedeeld aan de kinderen die stonden toe te kijken.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892