‘Die eerste boterham…’


Bilal (10), Rachna (9)/n Teryson (10), Reggie (10) vertellen het verhaal van Astrid Visser geboren in 1940
KometensingelAmsterdam-Noord

Astrid Visser was nog maar een peuter, maar toch heeft ze scherpe herinneringen aan de oorlog. Zoals aan de dag dat een Duitser met een geweer hun huis binnenkwam en naar haar vader vroeg. Gelukkig kon ze goed geheimen bewaren.

Hoe kwamen uw ouders aan eten?
“Mijn vader ging langs bij boeren in Noord-Holland om onze nieuwe lakens te ruilen voor aardappels of groenten. Soms kreeg hij wat extra, dat was fijn want in de oorlog werd mijn broertje geboren. In de laatste winter was er echt bijna geen eten meer en hadden we ook niets meer om te ruilen. Gelukkig was de oorlog bijna afgelopen en werden er meteen na de bevrijding voedselpakketten gedropt bij ons in de buurt. Zodra zo’n pakket op de grond lag, renden er mannen op af om het naar een verzamelpunt te brengen. Meel en de boter gingen naar de bakker en als het brood klaar was, stonden er rijen mensen te wachten. Die eerste boterham, met een dikke laag boter en suiker, net als cake… zo heerlijk.”

Heeft u ook een bombardement meegemaakt?
“Ik zat op de kleuterschool in Tuttifruttidorp toen op een dag Engelse vliegtuigen overkwamen. Ze wilden in Noord een fabriek beschieten waar vliegtuigonderdelen voor de Duitsers werden gemaakt. Maar in die tijd konden ze nog niet zo precies richten waardoor het mislukte. Een bom ontplofte op nog geen 100 meter van onze school. De juf liet alle kinderen schuilen in het hok waar normaal gesproken de schepjes en fietsjes stonden. Terwijl de bommen vielen, vertelde de juf een verhaal om ons af te leiden. Ze moest steeds harder praten om boven het lawaai uit te komen. Ik begreep eigenlijk niet wat er gebeurde, ik vond het niet echt eng, eerder spannend. Later bleek dat er een bom was gevallen op de katholieke jongensschool verderop. Een frater en een aantal jongens zijn daarbij omgekomen. Toen er later nog eens een bombardement was, was ik alleen thuis met mijn kleine broertje. Mijn moeder was naar de gaarkeuken. Het luchtalarm ging, ik wist dat we onder de trap moesten schuilen. Ik probeerde mijn broertje uit zijn kinderstoel te halen, maar hij zat vast met een tuigje waardoor het heel moeilijk ging. Bovendien begon mijn broertje hevig tegen te stribbelen. Uiteindelijk kreeg ik hem eruit en sleepte ik hem mee naar onze schuilplaats. Zodra het veilig was, kwam mijn moeder terug en trof daar twee huilende peuters aan. Ik kreeg gelukkig wel een pluim van haar dat ik het zo goed had gedaan.”

Waren er razzia’s in Tuindorp-Oostzaan?
“Ja, soms gingen de Duitsers langs de huizen, op zoek naar mannen die in Duitsland in de fabrieken konden werken. Ik weet nog dat er een keer een Duitse soldaat bij ons thuis kwam, met een geweer aan de schouder. Hij kwam dicht bij mij en mijn broertje staan en vroeg of we wisten waar onze vader was. ‘Die werkt bij de boeren’, antwoordde ik snel, mijn ouders hadden me geïnstrueerd om dat te zeggen. Mijn vader zat intussen met nog een paar mannen op zolder, vlak onder de dakpannen. Daar had hij in een kast een luikje gemaakt waar ze konden schuilen.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892