‘Zenden voor het verzet’


Nia (12), Pippa (11), Livia (12) en Jorrit (11) vertellen het verhaal van Helma Brouwers over Pierre Coronel
Eerste Leliedwarsstraat 21De Jordaan

Wij interviewden Helma Brouwers op de zolder van de Eerste Leliedwarsstraat 21. Op dat adres woonden toen meneer en mevrouw Taylor, die Pierre Coronel toestemming gaven om voor het verzet te zenden vanuit hun huis.

Wat deed Pierre Coronel hier tijdens de Oorlog?
‘Pierre Coronel kwam hier steeds maar heel kort, want hij mocht niet heel lang uitzenden, want de Duitsers hadden peilauto’s. Met de radio heb je golven door de lucht en daarmee kon je ze makkelijk vinden. Uit voorzorg zenden ze niet alleen op één plek, maar op allemaal verschillende adressen in Amsterdam. Ze hebben met die zender, die heette de Arend, wel 2000 berichten gezonden in de tijd van een jaar. De neef van Theo Thijssen, Jan, was degene die een heel netwerk had opgezet voor het verzet en hij had de Raad van Verzet opgericht en hij had overal zenders. Die hadden ze ergens gejat.’

Was het niet heel gevaarlijk?
‘De eerste keer dat ze zijn gingen zenden met de Arend, zijn ze allemaal opgepakt en gefusilleerd. Ook de mensen waar de zenders stonden. Meneer en mevrouw Taylor gaven toestemming om hier te zenden. Dat was ook voor hun heel gevaarlijk, gelukkig zijn zij niet opgepakt. Toen heeft het verzet meer voorzorgsmaatregelen genomen. Een van die veiligheidsmaatregelen was: telkens vanaf een andere plek zenden. De zender kreeg op het laatste moment pas je te horen waar hij moest gaan zenden. Iemand anders ging dan met een koffertje met de zender naar het adres. In dat koffertje werden ook allerlei dingen gedaan zodat je niet zag wat het was. Ze verstopten de zender bijvoorbeeld in een krant. Vaak was het een koerierster die zich had verkleed als verpleegster. Dames werden minder vaak als gevaarlijk gezien. Het leek of ze een röntgenapparaat bij zich hadden. Dan zeiden ze dat ze snel naar het ziekenhuis moesten en werden ze vaak doorgelaten. Die zender bleef hier natuurlijk niet staan, want dat was veel te gevaarlijk.

Tijdens het zenden hadden ze mensen buiten staan, die keken of er een peilwagen kwam. Hij mocht niet langer dan 20 minuten zenden. En telkens op een andere golflengte. Ze zonden met een kristal. Als ze aan het zenden waren, moesten ze op een bepaalde golflengte komen. En die golflengte moesten ze ook verwisselen. Pierre Coronel wist niet wat hij zond. Ze gebruikten codes. Deze zender hebben de Duitsers ook nooit gevonden, toch heeft Pierre Coronel het niet overleefd.’

Hoe is hij uiteindelijk toch gepakt?
‘In de hongerwinter ging er heel veel mis met de stroomvoorziening en de zenders die allemaal in de stad stonden waren haast niet meer te gebruiken, want dan zat je te wachten op een boodschap en dan kwam er niets. Dat was veel te gevaarlijk. Jan Thijssen, die toen Lange Jan werd genoemd, kende iemand, die in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis werkte. In een ziekenhuis hebben ze aggregaten, daarom was een ziekenhuis een veilige plek. Dus ze zijn vandaar in de kelder gaan zenden. Op die plek was op een gegeven moment een inval. Pierre Coronel was aan het zenden en je ziet op foto’s dat Pierre Coronel altijd een pistool bij zich had. Hij was niet bang, hij was een worstelaar. Hij was al eerder opgepakt door de Duitsers, want iedereen die jong was moest gaan werken voor de Duitsers en hij is twee keer ontsnapt. Gewoon door een paar mensen ondersteboven te slaan. Dus toen die Duitsers binnen kwamen, heeft hij meteen om zich heen geschoten en hij heeft minstens twee Duitsers gedood, maar er waren er meer en eentje heeft hem toch door het hart geschoten.’

foto’s: Marieke Baljé

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892