‘Mijn ouders gaven elkaar een kus en zaten naast elkaar in stilte’


Libi, Benjamin en Louis vertellen het verhaal van Tineke van der Woude-Zulver
Indonesië

Tineke van der Woude-Zulver ontvangt Libi, Benjamin en Louis hartelijk in haar appartement met bonbons, cakejes en iets lekkers te drinken. De leerlingen van basisschool ’t Karregat in Eindhoven hebben hun vragen goed voorbereid en voor ze beginnen, vertelt mevrouw Van der Woude-Zulver dat er geen rare vragen zijn: alles mag gevraagd worden. Ze vertelt hoe prachtig en zorgeloos haar leven was als kind in Nederland-Indië. Als ze 12 wordt, begint de oorlog en twee jaar later gaat haar hele familie naar een Japans kamp. Pas na ruim drie jaar worden ze vrijgelaten en mogen ze terug naar Nederland. Ze is dan 19 jaar oud.

Kunt u vertellen hoe het was toen uw vader opgepakt was?
‘We hoorden verhalen over mensen die in kampen werden gezet en de dreiging van de Japanners was overal aanwezig. Er was een avondklok en steeds minder vrijheid. Op een dag kregen we te horen dat mijn vader thuis moest blijven omdat hij opgehaald zou worden. Mijn moeder had wat droge levensmiddelen klaargemaakt en in een rugzak gepakt, maar we wisten niet waar hij naartoe zou gaan.

‘s Avonds stopte er een open vrachtauto voor ons huis. We wisten meteen wat er ging gebeuren. De militairen belden aan en zeiden dat mijn vader mee moest. We namen kort afscheid. Hij gaf ons alle vier een zoen, aaide de hond over zijn kop en zei tegen de hond: ‘Radja, pas goed op die meiden’. Daarna stapte hij op de vrachtwagen en reed weg. We stonden achter de voordeur, zonder man, en het voelde verschrikkelijk. Het duurde maanden voordat we iets van hem hoorden en wisten waar hij was.’

Hoe kwamen jullie in een Japans kamp?
‘We kregen de opdracht om naar het kamp in Jakarta te gaan. Met een becak, een fietstaxi, vertrokken we. We konden niet veel meenemen, dus mijn moeder verkocht alles wat we kwijt konden om wat geld te hebben. In het kamp kregen we een klein huisje toegewezen. Er was nauwelijks ruimte, maar we moesten het accepteren. We hadden een tweepersoonsbed waar we met drie mensen in sliepen en een veldbed voor mijn oudste zus. We leefden drieënhalf jaar zo, en zaten vaak buiten op stoeltjes als het weer het toeliet. Iedereen zat in dezelfde benarde situatie en we moesten gewoon doorgaan.’

Hoe werden jullie bevrijd?
‘De bevrijding kwam onverwacht en werd aanvankelijk niet geloofd door de geïnterneerden vanwege eerdere valse geruchten. Na vele teleurstellingen hoorden we eindelijk van de echte bevrijding, maar we mochten het kamp nog niet uit. Op een dag kwam een meisje naar mij toe en zei dat mijn vader aan de poort stond. Ik geloofde het eerst niet, maar ging toch kijken. Toen ik hem zag, herkende ik hem bijna niet vanwege zijn veranderde uiterlijk.

Mijn vader riep mijn naam en vroeg meteen naar mijn moeder. Ik ging terug naar onze barak, waar mijn moeder zat te breien. Voorzichtig vertelde ik haar dat er mannen aan de poort waren en dat mogelijk mijn vader erbij was. Mijn moeder was heel verzwakt en woog op dat moment enkel 33 kilo, ze kon het nauwelijks geloven. Die dag ontmoetten mijn ouders elkaar weer. Ze gaven elkaar een kus en zaten naast elkaar in stilte. Vanwege alle gebeurtenissen en hun zeer verzwakte toestand, konden ze niet echt blij zijn.

Na de bevrijding konden we het kamp nog steeds niet verlaten omdat de situatie buiten het kamp heel gevaarlijk was. Mijn vader kon ons af en toe bezoeken. We moesten aansterken en wachten tot er transport beschikbaar was om ons naar Nederland te brengen. Uiteindelijk, in februari, zes maanden na de bevrijding op 15 augustus, konden we vertrekken naar Nederland.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892