‘Ik ging in Bovenkarspel wonen want hier was het eten op’


Eliahna, Rosa, Lloyd, Lieve, Jolie vertellen het verhaal van Toos Kuit
Willem BeukelsstraatAmsterdam-Oost

Toos Kuit vindt het leuk om weer op de Lidwinaschool in Amsterdam-Oost te zijn. Ze heeft haar verhaal nog niet helemaal paraat, zegt ze, maar gelukkig heeft ze een printje meegenomen waar ze af en toe even op kan kijken om alles weer naar boven te krijgen. En dat blijkt heel goed te werken, zien Eliahna, Rosa, Lloyd, Lieve en Jolie.

Wat merkte u van de oorlog?
‘Toen de oorlog net was begonnen, zagen we allemaal vliegtuigen in de lucht. Dat heeft veel indruk op mij gemaakt. Mijn ouders legden het wel uit, maar daar begreep ik als kind nog niet zo heel van. Pas later merkte je wat dat allemaal inhield. Maar ik zie het zo weer voor me: al die vliegtuigen in de lucht, het waren er zoveel! Ik weet nog dat er een gaarkeuken was bij de melkfabriek. Daar moesten we naartoe met een pannetje en uit hele grote bakken schepten ze er dan eten in. Je kreeg eten als je een bon inleverde. Op een gegeven moment was alles op de bon.’

Wat weet u nog van de Hongerwinter?
‘In 1944, in het laatste jaar van de oorlog, zijn wij naar Bovenkarspel gegaan, want het eten was echt op. Met twee zussen ben ik een half jaar in Bovenkarspel gaan wonen. We gingen er ook gewoon naar school. Na de oorlog haalden mijn ouders mij en mijn zussen weer op. Dat was een dag fietsen, terwijl ze al zo verzwakt waren. De reis ging ook een stuk met de boot over het IJsselmeer; de hoge golven maakten me zeeziek. Misselijk kwam ik aan in Amsterdam. Daar had ik de bevrijdingsfeesten gemist. Ik was jaloers op mijn oudste twee zussen, die wel al die straatfeesten hadden meegemaakt. In Bovenkarspel waren niet echt feesten geweest.’

Had u een speeltuin waar u kon spelen?
‘We speelden gewoon op straat tijdens de oorlog, alleen overdag want ‘s avonds was het te gevaarlijk en mocht je niet naar buiten. De jeugdvereniging van de NSB marcheerde vaak door de straten en dat vonden wij niet leuk om te zien. Ze keken heel boos en liepen met een strak gezicht door de straten. Als ik ze zag, keek ik maar liever de andere kant op.’

Hoe was het ‘s avonds bij u thuis?
‘Alles was verduisterd en er was geen elektriciteit. Maar mijn vader had iets bedacht. Hij had een fiets op een soort balk vastgemaakt. Aan de fiets zat een draadje en dat draadje ging naar een lampje. Mijn zus ging heel hard fietsen en zo hadden we licht. Zodra ze stopte, ging het licht uit. Er waren later ook bijna geen kolen meer om in de kachel te doen. Weet je dat ik heb gezien dat een meneer die buiten bij het spoor kolen wilde pakken, in zijn hoofd werd geschoten? Hij heeft het gelukkig overleefd. De kogel hebben ze in zijn hoofd laten zitten. Zijn hele leven heeft hij met die kogel rondgelopen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892