‘Dat dode konijn hing dan later in de schuur om te drogen.’


Melissa, Joey, Balkis en Beyza vertellen het verhaal van Annemie Doorgeest -Krollart
Stuurmanspad

De leerlingen Melissa, Joey, Balkis en Beyza ontmoeten mevrouw Annemie Doorgeest (84 jaar) in de gymzaal van basisschool de Windroos in Zaandam. De leerlingen zetten twee gymbanken tegenover elkaar en gaan erop zitten. Annemie mag natuurlijk op een echte stoel. Al gauw stellen de leerlingen haar allerlei vragen, willen zelfs weten wat de kleur van haar haren was tijdens de oorlog, toen Annemie nog klein was (donkerblond, met krullen).

Was het moeilijk om de oorlog mee te maken?
‘Ik weet er niet zo heel veel van. Ik was natuurlijk nog maar klein, net zou oud als jullie. Maar er zijn bepaalde herinneringen die ik nooit meer vergeet; zoals het geluid van de vliegtuigen in de lucht, en dat er mannen werden gezocht door de Duitsers, zoals mijn vader en mijn oom. Ik herinner me dat de school vaak dicht was, en dat we soms les kregen in de kerk.’

Had u ook huisdieren?
‘We hadden een kat, en buiten in de tuin hadden we konijnen, die zaten in een hok. Ik weet nog dat er soms opeens een van de konijnen weg was. Mijn vader had het dier dan afgemaakt. Dat dode konijn hing dan later in de schuur, om te drogen. En het vlees aten we op. Dat klinkt heel erg, maar vroeger werd dat vaak gedaan door de mensen zelf, vooral in de oorlog. We moesten toch eten. Nu worden konijnen en andere dieren in fabrieken geslacht. Ik vond dat wel heel erg hoor, als ik mijn konijn zo zag hangen. Maar ik was ook blij als we iets te eten hadden.’

Had u een klein huis?
‘Ja, we woonden op het Stuurmanspad, dat is een klein zijstraatje van de Westzijde. Ik woonde daar met mijn ouders en mijn zus van twee jaar jonger. Later, na de oorlog, kreeg ik er nog een zusje bij. Achter het huis hadden we een tuintje, waar mijn ouders aardappelen en groenten lieten groeien. We hadden dus gelukkig genoeg te eten.’

Speelde u ook in de oorlog?
‘Mijn vader maakte zelf speelgoed van hout, ik weet nog dat hij een spelletje maakte met letters. Ook maakte hij klompen van hout, dan hadden we iets om aan onze voeten te trekken. Hij paste dan hoe groot onze voeten waren en zaagde de klomp zo dat hij goed paste. Met kleine riempjes maakte hij sandalen. Ik was er heel blij mee. Ik kon er alles mee doen, buitenspelen, voetballen, hinkelen. En mijn moeder maakte van alles op de naaimachine, daar was ze heel handig in. En van een boer in de buurt kregen we de schapenvachten. Met een spinnewiel maakte mijn moeder wol van de vachten. Met die wol breide ze weer warme truien voor ons. Dat spinnewiel heb ik nog steeds, het staat op zolder. En ik kan me nog herinneren dat ik een keer op school was en dat het heel warm was. Ik deed mijn trui uit, en later was hij gestolen. Verder had ik veel vriendinnetjes met wie ik speelde. Ik had ook een Joods vriendinnetje, ik spreek haar nog weleens, Erna van Dijk. Zij had de oorlog overleefd, maar de helft van de familie van haar moederskant is door de Duitsers meegenomen en nooit meer teruggekomen. Ja, er zijn vreselijke dingen gebeurd in de oorlog. Ik heb zo’n geluk gehad dat ik ouders had die zo handig waren en van alles zelf maakten, zodat ik gewoon kon blijven spelen. Leuke dingen doen. Daar ben ik altijd heel dankbaar voor geweest.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892