‘Hoe je eruit uitziet, waar je ook vandaan komt, niemand mag gepest worden.’


Joseph, Ahmad, Jamie, Erick, Mohamed vertellen het verhaal van Siem Meijn
Zaandam

Het is een warme zomerdag wanneer de vijf jongens Joseph, Ahmad, Jamie, Erick en Mohamed van Basisschool Het Zaanplein te voet richting Siem Meijn gaan. (1946).  Meneer  woont op slechts vijf minuten lopen van school.  Zijn huis hangt vol met leuke details en de jongens voelen zich onmiddellijk thuis. Met een mooie vragenlijst gaan ze van start. Het wordt een bijzondere en indrukwekkende ontmoeting.

Wat is het verhaal van uw moeder?
‘Mijn moeder was gek van Duitse soldaten en had zelfs een Duitse soldaat als vriendje. Na de oorlog kwamen er honderdtwintig mensen aan de deur om haar daarvoor te straffen. Dat was verschrikkelijk. Ze wilden haar kaalscheren en teer en veren op haar hoofd gooien. Mijn opa liep met een jachtgeweer naar buiten. Hij jaagde ze weg en beschermde mijn moeder. Toen ik groter was werd ik als kind gepest. Niet door kinderen, maar door volwassenen. Dit was omdat men dacht dat ik een Duitse soldaat als vader had, maar dat was niet zo. Het enige wat ik van mijn vader weet, is dat hij in Tuindorp-Oostzaan woonde en in 1994 is overleden. Meer weet ik niet. Mijn stiefvader is voor mij mijn vader geweest. Mijn moeder wilde mij niet; ze hield niet echt van mij. Twee keer viel ik in het water en mijn moeder deed niks. Mijn tante heeft mij toen gered.’

Hoe was de band met uw opa?
‘Heel goed. Hij beschermde mij. Hij was dapper. Mijn opa wilde niet praten over de oorlog, omdat hij zich schaamde voor mijn moeder. Zij was met de ‘vijand’ omgegaan. Gelukkig behandelde mijn opa mij wel goed. 

Hoe was het op school?
‘Slecht. Ik was een slimme jongen. Ik kon goed leren. Alleen waren mijn cijfers opeens heel laag. Mijn juf gaf mij stiekem lage cijfers. Eerst haalde ik vaak zevens en achten later werden dat  vijven en zessen. Of nog lager. Ik moest altijd hard werken en sommen leren. Toen mijn moeder ging praten met de juf, kwam de aap uit de mouw. Ik moest naar een andere school. Het was erg ver lopen. In de winter was dat erg koud, maar gelukkig woonde mijn opa halverwege. Maar ik had geen zin meer om te leren. Een hele tijd later ben ik uiteindelijk  meester geworden in Den Helder.’

Hoe werd u gepest?
‘Ik werd niet gepest door kinderen, maar door volwassenen. Twee vrouwen op straat riepen elke dag: ‘Doe je groetjes aan je echte vader.’ Ik begreep het niet, maar het was niet leuk. Mijn opa nam het voor me op. Laat ze maar, zei hij dan. Maar ze stopten niet. Toen ging mijn opa met die vrouwen praten. Heel eventjes was het voorbij, maar na twee maanden begonnen ze weer opnieuw. Mensen vertrouwen was lastig tijdens de oorlog. Zo werkten politieagenten plotseling samen met de Duitsers, met de ‘vijand.’  Kon je ze nog wel vertrouwen?
Ik strijd altijd tegen pesten en zeg: ‘wees altijd eerlijk. De waarheid komt altijd boven water.

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892