‘Ik heb de hele oorlog gebeden dat het gauw voorbij zou zijn’


Jennate, Juultje en Obioma vertellen het verhaal van Fons Eickholt
Weesperzijde 119Amsterdam-OostDe Pijp

Vanuit de openstaande balkondeuren kijken we uit op de brug over de Amstel en de bomen van de Weesperzijde aan de overkant. Hier groeide Fons Eickholt op. De muren hangen vol herinneringen. Op tafel ligt een advertentie uit de oorlog van de bakkerswinkel van de familie Eickholt. Jennate, Juultje en Obioma van basisschool De Springstok bekijken oude foto’s en bonnenboekjes. Meneer Eickholt wijst aan waar in zijn huidige woning Joden zaten ondergedoken.

 

Vindt u het moeilijk om over de oorlog te praten?
Ik heb er juist heel veel over geschreven. Ik was in de oorlog heel erg bang, het was een hele angstige periode voor mij. Ik zag door een gaatje in de verduistering de zoeklichten en hoorde steeds het zoemende geluid van vliegtuigen boven ons hoofd. Eén keer zag ik een vliegtuig naar beneden komen, ik stortte van schrik van de trap. Ik heb de hele oorlog gebeden dat het gauw voorbij zou zijn.

Wat herinnert u zich van het dagelijkse leven toen?
Ik was nog heel jong toen de oorlog begon. Het was een heel gedoe thuis, we moesten bijvoorbeeld samen op één kamer slapen. Eén zus sliep op de overloop. Je moest je in die tijd nog wassen met een teiltje. Mijn broer luisterde stiekem naar Radio Oranje. Boven woonden onze ongetrouwde tantes. Ik speelde wel met vriendjes die aan de andere kant van de Amstel woonden. Ik heb veel soldaten ‘rupsenpap’ aangeboden, samen met een vriendinnetje van mij. De meesten waren niet geïnteresseerd in ons. Eén soldaat was wel heel aardig. Soms was er een blokkade bij de brug over de Amstel, dan kon ik niet met mijn vriendjes spelen.
Het ergste wat ik me kan herinneren is dat mijn Joodse vriendinnetje van de overkant werd opgepakt door de Duitsers. Zij kwam helaas slecht terecht.

Had u tijdens de oorlog altijd genoeg eten?
We hadden een bakkerij, met ook een filiaal op de Weesperzijde 53. Mijn vader is altijd heel vrijgevig geweest, al werd dat op een gegeven moment wel moeilijker. Mensen konden hun bonnen inleveren zodat mijn vader dan van de verzamelde ingrediënten brood voor ze kon bakken. Op een gegeven moment is de kelder van de bakkerij, waar de oven stond, ondergelopen met water. Toen moesten we uitwijken naar het Afrikanerplein. Er was een voedseldropping van de voedselvoorziening geweest, met heel veel pakken taaitaai. Die werden op onze slaapkamers opgeslagen door m’n vader. Na de oorlog heb ik uit alle beschuitbollen, waar een glazuurtje over zat, een hap genomen. Mijn vader was heel verbaasd dat ik zoiets stouts gedaan had. Maar na al die taaitaai die ik in de oorlog had gegeten was dat zo lekker! 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892