‘Het enige goede aan de oorlog: Suriname werd gedwongen eigen producten te gebruiken’


Myles en Daniel vertellen het verhaal van Reginald Samson
Amsterdam-Zuidoost

Myles en Daniel hadden veel vragen voorbereid voor hun interview. Ook hadden ze een bekertje water en een stoel met een kussentje klaargezet. De 81-jarige Reginald Samson, die tijdens de oorlog in Suriname woonde, kwam voor het gesprek naar hun school De Morgenster. Ze mochten hem alles vragen, zei hij meteen. En dat deden ze.

Veranderde er iets in uw dagelijks leven tijdens de oorlog?
Omdat Suriname bij het Nederlands Koninkrijk hoorde, was Suriname automatisch ook in oorlog met Duitsland. Aan het begin liet de bemanning van een Duits schip haar eigen schip expres zinken, midden in de aanvoerroute, zodat er geen andere schepen uit Europa meer naar de haven konden. De kapitein is via Frans-Guyana naar Duitsland gevlucht. Een deel van de Duitse bemanning werd gevangengenomen in kampen. Dat schip heet de Goslar en het ligt er nog altijd. Vanaf toen merkten we dat veel producten niet meer te koop waren. Er kwamen geen schoenen meer, geen kleding en ook veel eten was niet meer te krijgen. We aten cassavebrood en gingen producten uit Suriname zelf eten en gebruiken. Het enige goede aan de oorlog was dat ons land gedwongen werd om producten die we zelf verbouwden te gebruiken en dat ging heel goed. We maakten brood van cassave in plaats van meel uit Europa. Ook leerden we hoe we door geneeskrachtige kruiden te gebruiken beter konden worden in plaats van door geneesmiddelen uit Europa.’

Was er nog iets waaraan u merkte dat het oorlog was?
In de avond mochten de Duitse vliegtuigen niet weten waar de stad was en daarom mocht niemand het licht aandoen. We moesten olielampen gebruiken en moesten het glas afdekken met gekleurd papier, zodat er minder licht door kon schijnen. Ik vond het doodeng zo in het donker. Ook veranderde het straatbeeld want je zag overal soldaten.’

Werden Joodse mensen ook in Suriname opgepakt?
Joodse mensen werden in Suriname niet opgepakt. Zij vluchtten in de oorlog uit Europa naar Suriname, omdat ze hoopten daar in vrijheid te leven. Tijdens de oorlog zaten er wel mensen gevangen in kampen, in de Jodensavanne. Zo noemden we die plek, omdat er honderden jaren geleden uit Europa gevluchte Joden woonden die er plantages hadden. Toen de oorlog begon, werden daar Duitsers gevangen gehouden en verraders. Mijn familie woonde al heel lang in Suriname en ik heb ook Joodse voorouders. Maar een deel van mijn familie is Christelijk geworden en ik kom uit die tak. Ik ben een mix van Indiaans bloed, negerbloed en Chinees bloed.’

Waarom waren er ook soldaten in Suriname?
Mijn vader werkte voor Alcoa, het Bauxietbedrijf bij Paramaribo. Bauxiet was een belangrijke grondstof in die tijd; er werd aluminium van gemaakt. Dat werd gebruikt om vliegtuigen en wapens van te maken. De Duitsers wilden de bauxietproductie stoppen en daarom moest het goed beschermd worden tegen aanvallen. Ik zag overal militairen marcheren door de straten. Wij noemden ze schutters. Ik vond dat heel indrukwekkend. Er waren Surinaamse en Amerikaanse schutters. De Amerikaanse schutters wilden hun eigen spullen gebruiken en die werden met grote vliegtuigen aangevoerd. Ons vliegveld had maar een kleine landingsbaan en die moest een heel stuk verlengd worden, zodat de grote Amerikaanse vliegtuigen er konden landen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892