‘Gelukkig werd mijn vader vrijgepleit door een Duitse buurman’


Aike, Ayman en Shaylynn vertellen het verhaal van Dick Neijssel
Meerhuizenplein 34Amsterdam-Zuid

Dick Neijssel vertelt het verhaal over zijn vader Dirk Neijssel die in de oorlog in het verzet zat. Aike, Ayman en Shaylynn van de Dongeschool in Amsterdam-Zuid luisteren aandachtig.

Hoe was het voor Dirk, uw vader, om zonder vader op te groeien?
‘Mijn opa, de vader van mijn vader, was voor de oorlog stoker op een schip. Hij was maandenlang niet thuis. Er werd niet veel verdiend en dat zorgde ervoor dat het gezin armoede kende. Dirk kreeg van de bedeling kleren, met daarop het wapen van Amsterdam. Drie kruisjes. Iedereen wist dan dat je arm was. Hij kreeg vaak eten uit de gaarkeukens. Dat eten zorgde voor een bepaalde geur. Dirk voelde zich hierdoor nogal minderwaardig, hij werd buitengesloten.’

Wat dacht uw vader toen de oorlog begon?
‘Mijn vader Dirk was vooral in verwarring. Hij dacht: wat gebeurt er?, en vooral: hoe moet ik me nu gaan gedragen? Moet en kan ik wat doen? Omdat Dirk zo arm was, werd hij aangetrokken door het communisme. Eerlijk delen en de maatschappij veranderen. De CPN (Communistische Partij Nederland) had veel informatie uit Duitsland en zo wist Dirk al voor de oorlog dat er communisten en socialisten in concentratiekampen verdwenen. De CPN was erg tegen het fascisme. Ook de oudere broer van Dirk was communistisch. Hij had meegevochten in de Spaanse burgeroorlog. Dirk had dat ook graag gedaan, maar was veel te jong daarvoor.

Nu wilde Dirk zich wel verzetten, maar zijn broer vond dat eigenlijk niet zo’n goed plan. Te jong en te gevaarlijk. Maar Dirk herkende de discriminatie van Joden, voelde mee en sloot zich aan bij het gewapend verzet.’

Hoe kwamen ze aan wapens?
‘In de oorlog waren er veel militaire transporten. De mannen van het verzet zorgden dat ze die overvielen en zo kwamen ze aan wapens. Er waren bijeenkomsten bij de kapper, want dat viel niet erg op. Daar werden aan de verzetsstrijders opdrachten gegeven. Dirk wist niet wie wat deed en wanneer. Je kon worden opgepakt en worden gemarteld, en dan was het beter als je weinig wist. Zo wist hij niet wie er verder bij de organisatie betrokken waren. Pas na de oorlog werd dat duidelijk. Wel is Dirk een keer opgepakt en verhoord. Gelukkig voor hem werd hij vrijgepleit door een Duitse buurman.’

Had uw vader een radio?
‘Nee, maar er werd wel naar Radio Oranje geluisterd. Op de Joodse markt aan de Gaaspstraat was een gebouwtje met een kelder. Daar stond een radio en er was een stencilmachine. Op zo’n machine kon je pamfletten en kleine krantjes maken. Het was een goede plek, want er was veel politie op de Joodse markt en er mochten eigenlijk alleen Joden komen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892