‘Een verzetsheld als vader is prachtig en bedroevend’


Jet, Livia, Gence en Driek vertellen het verhaal van Dick Neijssel
Meerhuizenplein 34Amsterdam-Zuid

Jet, Livia, Gence en Driek van de Dongeschool zitten om de ronde tafel lekker te smullen van de tompoucen. ‘Neem maar een servetje als je vingers plakken,’ zegt Henny, de vrouw van Dick Neijssel, die ondertussen foto’s van zijn familie op tafel legt. De kinderen kennen Dick Neijssel. Hij deed ook de geschiedenisles op hun school voor dit project en heeft met de klas een wandeling langs monumenten en belangrijke plekken in de Rivierenbuurt gedaan. Zijn vader was verzetsstrijder Dirk Neijssel.

Kunt u iets vertellen over het gezin en de jeugd van uw vader voor de oorlog?
’Mijn vader Dirk is geboren in 1922. Hij was het vierde kind van mijn oma. Het gezin was erg arm en woonde steeds maar een halfjaar in een huis. Daarna moesten ze verhuizen, omdat ze de huur niet betaalden. Mijn oma kocht van het geld dat er was liever eten en kleding voor haar kinderen. Mijn opa was een zeeman en voer – soms lange tijd – op de grote vaart. Toen mijn vader geboren werd, werd het gezin te groot voor zijn moeder. Zijn zusje van vijf is toen naar een tante in Den Haag gegaan, waar ze een goed en comfortabel leven heeft gehad met mooie kleren en genoeg geld. Maar een echte moeder heeft ze niet gehad; ze heeft minder liefde ontvangen. Pas vele jaren na de oorlog heeft ze het gezin waar ze uitkwam weer gezien. Bij de crematie van hun oudste broer hebben de zussen en broers voor het eerst elkaar hun levensverhaal verteld. Toen bleek dat zij net als de anderen ook in het verzet was geweest. Zij in Parijs, waar ze toen woonde. In het laatste oorlogsjaar is ze opgepakt en naar kamp Ravensbrück afgevoerd. Het gezin was, zonder dat broers en zussen het van elkaar wisten, een verzetsfamilie.’

Hoe is uw vader in het verzet gekomen?
‘Hij was toen zestien. Eerst mocht hij nog niet in het verzet, omdat hij zo jong was. Maar mijn vader en zijn vriendjes gingen hun eigen gang en bliezen een garage met militaire voertuigen op, zonder goed na te denken eigenlijk. Het verzet zei toen: “Laten we die jongen maar bij het verzet nemen, dan hebben we meer grip op hem en doet hij geen ondoordachte dingen”. Hij kreeg opdrachten van hen. Die hoorde hij vlak voordat dat moest worden uitgevoerd. Nooit te ver van te voren, want als je gearresteerd zou worden, zou je misschien teveel weten en mensen kunnen verraden. Mijn vader kreeg zijn opdrachten bij de kapper te horen. Dat viel niet op, omdat daar altijd mannen zitten die geknipt moeten worden. Opdrachten kreeg je nooit op papier, maar altijd mondeling. Een papiertje zou bewijsmateriaal kunnen zijn.’

Had uw vader na de oorlog last van wat hij heeft meegemaakt?
‘Hij heeft zijn leven lang last gehad van iets wat hij heel erg lang verzwegen heeft voor zijn familie. Zijn verzetsvrienden en hij kregen namelijk de opdracht om Jodenverraders te liquideren. De ex-man van zijn moeder, ook Dirk genaamd, was zo’n Jodenjager. Zijn moeder heeft haar man op een gegeven moment het huis uitgegooid. Hij was geen leuke man, voor niemand. Maar toen kreeg mijn vader dus de opdracht om een zekere Dirk te liquideren, omdat deze man in de Dintelstraat een lokpension had met zijn nieuwe vriendin. Zij hadden ook een kindervakantiehuis voor Joodse kinderen in Den Bosch. Als het vakantiehuis volzat, belden ze de Sicherheitsdienst en werden de Joodse kinderen opgepakt. Mijn vader zei bij de opdracht om hem te liquideren: “Die Dirk, die ken ik wel uit mijn verleden. Als iemand hem moet ombrengen dan ben ik het.” Hij is toen samen met zijn verzetsvrienden afgereisd naar Den Bosch om zijn voormalige stiefvader om te brengen. Hij vond het niet erg dat die man er niet meer was, want hij deed zulke slechte dingen. Maar hij vond het wel heel erg dat hij iemand had doodgeschoten. Dat heeft hij nooit kunnen vergeten. Bijna vijftig jaar heeft mijn vader hierover gezwegen. Tien jaar voor zijn dood heeft hij zijn geheim aan mij verteld.’

Hoe was het voor u om uw vader als vader te hebben?
‘Heel lastig en heel geweldig. Ik ben trots dat hij in opstand is gekomen tegen de bezetter. Maar hij is veel te vroeg begonnen om mij de gruwelen van de oorlog te vertellen. Ik was vijf of zes toen hij me beelden van Auschwitz liet zien. Daar heb ik last van gehad. Mijn vader kon de oorlog pas loslaten toen hij overleed. Ik had een verzetsvader en dat is prachtig. Maar ook zeer vermoeiend en soms heel bedroevend.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892