‘Dansen tot lang na spertijd’


Lucia, Rosa, David en Lucas vertellen het verhaal van Corry Dijkstra, 14 jaar toen de oorlog begon, en Dien Albers, 6 jaar toen de oorlog begon

Van Beuningenstraat 93 en Van Limburg Stirumstraat 52 IIIStaatsliedenbuurt

Wij zijn Lucia, Rosa, David en Lucas en wij interviewden Corry Dijkstra (met blauwe trui) en haar nichtje Dien Albers. Mevrouw Dijkstra was veertien jaar toen de oorlog begon. Ondanks de spertijd bleven zij en haar vriendin tot laat uit. Als ze ‘s avonds voor acht uur nog niet thuis waren, dachten ze: dan maar de ochtendtijd aanhouden! Haar nichtje Dien Albers was een stuk jonger, ze was zes toen de oorlog begon. Zij woonde niet ver bij haar familie vandaan.

Hoe zag de dansschool waar u naartoe ging eruit?
Mevrouw Dijkstra: ‘Ik ging met vrienden en vriendinnen uit de buurt lekker dansen in een dansschool aan de Admiraal de Ruijterweg. In de danszaal was een verhoging waar een live band speelde. Geen plaatjes maar echte live muziek, dat vonden we fantastisch! Onder dat podium bleek later munitie van het verzet te liggen. De dansschool was eigenlijk ook een verzetshol, maar dat was natuurlijk geheim.’

Heeft u veel honger gehad in de Hongerwinter?
Mevrouw Dijkstra: ‘Op een woensdag, zo rond een uur of vijf, gingen mijn vriendin en ik gauw even naar de Haarlemmerdijk toe om het een en ander op te halen. Toen kwam er een man aangefietst en die had duidelijk wat gedronken. De fiets waar hij op reed, slingerde alle kanten op en we zagen dat hij zijn aktetas verloor. Wij raapten vlug zijn tas op en renden hem achterna om zijn tas terug te geven. “Ach, donder toch op,” zei hij toen. Toen hielden we de tas maar zelf. Toen we thuis kwamen hebben we de tas opengemaakt en daar zat vlees in! Mijn moeder was destijds langdurig ziek. Toen we haar het vlees gaven, wist ze niet wat ze zag. ‘Dat wordt een feestmaal’ zei ze. We bakten het in olie die mijn vader stiekem van zijn werkgever had gepikt. We hebben dat toen samen met wat aardappeltjes en rode kool opgegeten. Als ik daar aan terug denk, loopt het water me nog in de mond.’

Heeft u ook mensen weggevoerd zien worden?
Mevrouw Albers: ‘Naast ons woonde in de oorlog een Duitse mevrouw. Op een dag kwam haar neefje bij haar aanlopen, die eigenlijk bij de marine had moeten dienen. Hij was gedeserteerd. ’s Avonds zijn daar toen Duitse soldaten binnengestormd om de jongen te halen. Die hebben toen ook geschoten, want er zat daarna bij ons een kogelgat in het raamkozijn. Mijn vader, die in ons huis onderdook omdat hij anders in Duitsland moest gaan werken, vluchtte het dak op omdat hij dacht dat ze voor hem kwamen.
Die soldaten hebben het neefje van onze buurvrouw zo geslagen, dat ik me zijn schreeuwen nog kan herinneren.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892