‘Bij NSB’ers in huis zouden ze natuurlijk nooit naar onderduikers gaan zoeken ’


voor Nikki, Jayden, Teun, Marina en Lonne vertellen het verhaal van Jack Eljon
Roompotstraat, AmsterdamAmsterdam-Zuid

Hoewel Jack Eljon (1937) aangeeft dat een online interview niet zijn voorkeur heeft, praat hij met gemak en honderduit tijdens het gesprek. Ook heeft hij snoepjes gekocht voor Nikki, Jayden, Teun, Marina en Lonne van de Anne Frankschool. Die krijgen ze later een keer via de juf. Na het interview laat Jack via de laptop zijn huis zien. Hij verzamelt kunstbloemen en houdt duidelijk van de kleur blauw.

Wat dacht u toen de oorlog begon?
‘Ik was bijna drie toen de oorlog begon. Ik wist niet wat oorlog was. Op 10 mei 1940 kwamen er vliegtuigen over en mijn vader zei: “Nu is het menens”. We zijn meteen ondergedoken, op een camping. Ik was daar alleen maar aan het spelen. Ik moest lief, aardig en stil zijn. Er was een vijvertje waar ik ging vissen. In eerste instantie was onderduiken niet erg. Het was een soort vakantie. Mijn ouders waren er toen ook gewoon nog bij. Mijn vader ging elke dag naar Amsterdam om te werken. Dat kon gewoon nog. Ik besefte toen niet hoe erg de situatie was. Dat kwam pas later, toen ik wat ouder was. We zijn ook weer teruggegaan naar Amsterdam, want de anti-Joodse maatregelen waren toen niet zo erg.’

Waren de mensen aardig op uw onderduikadressen?
‘Ik heb uiteindelijk wel meer dan tien onderduikadressen gehad. Ze waren lang niet overal even aardig. In Zeist was ik bij een moeder met twee dochters. Die waren heel onaardig. Ik werd zelfs geslagen met een kleerhanger. Ik heb nog steeds een plekje op mijn rug daarvan. Ik heb het daar anderhalf jaar volgehouden. Uiteindelijk ben ik verraden door de buren. Toen kwamen er SS’ers aan de deur om mij te halen, maar ik was op school. De overbuurman had die SS’ers aan de deur gezien en schakelde zijn bakkersknecht in om mij op te halen op school. Ik moest me verstoppen in de bakkerskar en toen wist ik dat ik nooit meer terug hoefde naar dat vreselijke adres. Toen we bij school wegfietsten, kruisten we op de weg de SS’ers die naar mij op zoek waren. Ik ben toen aan de dood ontsnapt.’

Waar zat u nog meer ondergedoken?
‘In Haarlem zat ik ondergedoken bij een tante. Er werd een razzia aangekondigd, waar uiteindelijk meer dan 900 mensen zijn opgepakt. Naast ons woonden NSB’ers, die hadden medelijden met mij omdat ik nog zo jong was. Toen heeft mijn tante mij over de schutting heen getild en aan die buren gegeven. Daar heb ik twee weken gezeten, want bij NSB’ers in huis zouden ze natuurlijk nooit gaan zoeken naar onderduikers. Na de oorlog werden die mensen opgepakt om veroordeeld te worden. Mijn neef heeft getuigd dat ik daar in huis heb gezeten en daarom zijn ze niet veroordeeld. Mijn tante heeft de oorlog niet overleefd. Toen ik bij alweer een volgend onderduikadres was, ging zij naar de bioscoop, zonder haar ster op. Er was controle, ze is opgepakt en later in Auschwitz vermoord.’

Wanneer zag u uw ouders terug?
‘Mijn moeder was begin 1945 opgepakt en naar Westerbork gebracht. Ik zat in die tijd ondergedoken bij een boer in Friesland. Aan het einde van de oorlog, toen de Duitsers al aan het verliezen waren, kwamen ze nog een huiszoeking doen bij ons. Ik verstopte me achter een tussenschot op zolder. Ik zag door een kier een soldaat langslopen. Ik ben nog nooit zo bang geweest. Als ik nu langs een schutting met kieren loop, zie ik nog die Duitse soldaat voor me. Soms droom ik er nog van. Na de Bevrijding moest ik naar Het Rode Kruis. Daar stonden twintig kaalgeknipte vrouwen op een rij en ik moest aanwijzen wie mijn moeder was. Ik herkende haar meteen. Ik had tranen van blijdschap en sprong bij haar op schoot. We moesten eerst terug naar Westerbork, want we mochten nog niet naar Amsterdam. Ik weet nog dat ik in Westerbork mijn achtste verjaardag heb gevierd. Later werden we weer herenigd met mijn vader. Hij is nooit opgepakt. Ik had mijn ouders vier jaar niet gezien. Die tijd is nooit meer in te halen. De oorlog betekende voor mij vooral het missen van mijn ouders.’

      

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892