‘’Wij zijn hier veilig’’


Jara, Hugo en Anouk vertellen het verhaal van Alwina Kroese 9 jaar toen de oorlog begon
Van OstadestraatDe Pijp

De moeder van mevrouw Kroese was Duits en overleed net voor de oorlog aan bronchitis. Vanwege haar moeders afkomst kreeg de vader van mevrouw Kroese dubbele bonnen voor hemzelf en zijn drie dochters. Hij deelde die bonnen met de buren, dat bleek uiteindelijk de redding van het gezin te zijn. Haar vader heeft er steeds voor gezorgd dat mevrouw Kroese en haar zussen de oorlog zonder al te veel zorgen zijn doorgekomen.

Hoe herinnert u zich oorlog?
“Het was een spannende tijd. Als er ’s nachts een boom was omgezaagd, sprokkelden mijn zusjes en ik snel de overgebleven takjes, voor brandhout. Ik stond als jongste op de uitkijk, de zenuwen gierden door mijn lijf. Ik herinner me echte armoede, alles was op de bon. Ik zag eens een man het schors van een boom eten, zo’n honger had hij. Ik weet ook nog dat er op de hoek van de Ceintuurbaan een NSB’er woonde. Als mijn zusje en ik erlangs liepen, zongen we met gevaar voor eigen leven: ‘Op de hoek van de straat staat een NSB’er. Het is geen man, het is geen vrouw, maar een Farizeeër.”

Heeft u ook plezierige herinneringen aan de oorlog?
“Als ik aan mijn vader denk, heb ik mooie herinneringen. Ik was 9 toen mijn moeder stierf. Mijn vader zorgde daarna voor mij en mijn twee zusjes, hij deed het huishouden en had een schoenmakerij. De Duitsers vorderden alles, ook huiden, maar mijn vader had leer in de tuin verstopt en kon zo schoenen blijven maken. Hij heeft de oorlog ver van ons afgehouden. Het was een spannende tijd, maar hij zorgde ervoor dat ik geen angst had. Op de Beethovenstraat waren bijvoorbeeld Duitse soldaten ingekwartierd, de Engelsen wilden die plekken bombarderen. Wij woonden daar zo dichtbij dat de granaatscherven bij ons door de ramen zouden kunnen vliegen. Dus toen het luchtalarm ging, riep vader ons naar binnen, de gang in. Daar zaten we met zijn vieren, hopend dat we niet geraakt zouden worden. Mijn vader bleef herhalen: ‘we zitten hier veilig, op dit huis komt geen bom. Op dit huis komt geen bom.’ En het hielp. We waren niet bang.”

Hoe was het om half Duits te zijn tijdens de oorlog?
“Het is goed dat mijn moeder de oorlog niet heeft meegemaakt, dat zou moeilijk geweest zijn voor haar als Duitse. Mijn vader kreeg dankzij haar wel dubbele bonnen, maar hij heeft er niet van geprofiteerd. Hij gaf veel weg aan buren. Na de oorlog kwamen er mannen aan de deur, die ons wilden wegvoeren. Mijn vader zei: ‘die meisjes horen bij mij en blijven hier. Ga maar navraag doen bij de buren.’ De buren vertelden toen dat mijn vader tijdens de oorlog zo royaal was geweest met voedsel uitdelen. Kinderen van zo’n goede man konden niet weggevoerd worden, dat zagen die mannen toen wel in.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892