‘Zijn medicijn gebruikten we om licht mee te maken’


Nathan S., Keven, Eefje en Priscila vertellen het verhaal van Joch Kuiken
JordaanAmsterdam Nieuw-West

Na een tram- en metrorit komen Nathan, Keven, Eefje en Priscilla van basisschool Veerkracht in Slotermeer aan bij Joch Kuiken, die in Slotervaart woont. Tijdens het voorstelrondje zegt Joch dat ze 39 jaar oud is. Of nee, toch 93? En er wordt gelachen. Zodra iedereen lekker zit en wat te drinken heeft, laat Joch zien wat ze heeft bewaard van toen. En ze vertelt de kinderen over haar ervaringen als tiener tijdens de oorlog.

Wat weet u nog van het begin van de oorlog?
‘Ik was elf jaar toen het begon, en ik weet nog dat er werd geschoten boven Schiphol. Er waren Duitse vliegtuigen. De Nederlanders hebben die tien dagen lang beschoten. Af en toe zagen wij ook parachutisten, troepen van de Duitsers die naar beneden kwamen. Niet te dicht bij ons, gelukkig. Of wij moesten onderduiken? Nee, wij gelukkig niet, maar veel mensen wel. Mijn vader werkte bij een knopenfirma. De eigenaren van die firma waren Joods. Zij waren meegenomen door de Duitsers. Het bedrijf werd toen overgenomen door Duitse bazen en mijn vader.’

Wat deed u als u niet op school zat?
‘Er was niet veel te doen. We speelden op straat, maar nooit ver van huis. Als we een Duitse soldaat zagen aankomen, gingen we snel naar binnen. Via ons huis konden we het dak op om daar te spelen. Het was gevaarlijk om daar te komen, maar daar spelen was veiliger dan op straat. Toen bepaalde dingen niet meer te krijgen waren, zoals gas, moesten we creatief worden. Mijn vader had een medicijn tegen zijn maagklachten. Dat medicijn was een soort olie. In plaats van dat in te nemen, gebruikten we het om er een olielamp van te maken. Bij het licht van die lamp breide ik een warme trui, weet ik nog. We hadden ook een soort fornuis gemaakt van een blik met gaatjes erin, zodat we kolen konden branden. Daardoor konden we een beetje koken.’

Zat u in het verzet?
‘Mijn ouders hebben tijdens de oorlog Het Parool aan de mensen in de buurt geleverd. Dat was toen een verzetskrant. Wij hadden ook een radio, die hartstikke verboden was. Ik en andere kinderen deden ook een beetje mee met verzetten. Het was toen verboden om liedjes te zingen over Nederland, zoals het liedje ‘Oranje Boven’. Zou je dat zingen, dan kon je worden opgepakt. Maar, dachten wij, een wortel is ook oranje, en dan zongen wij ‘Worteltje boven’!’

Hoe was het voor u tijdens de Hongerwinter?
‘Nou, het was niet leuk. Aan alles was een tekort. Nog meer dan daarvoor. Wij hadden bonnen nodig voor eten, tabak en textiel, zoals een nieuwe onderbroek. We moesten dan in een lange rij wachten om dat te kunnen kopen. Of voor de gaarkeukens wachten. Tijdens de Hongerwinter hadden we alleen suikerbieten om te eten. Soms gingen we naar de boeren om losse graanzaadjes van de grond te rapen. Daar maakten we thuis bloem van. Dit mengden we samen met suikerbiet. Niet echt lekker, maar het voedde wel. Één keer in de week mochten we tussen de middag naar mijn vaders werk, dan kregen we daar eten. En op school kreeg ik elke dag een klein flesje melk.’

Hoe heeft u de Bevrijding beleefd, en de tijd na de oorlog?
‘De bevrijding was voor mij een verrassing. We deden bij buren een kaartspel, bij kaarslicht, en opeens hoorde we gejuich in de verte. We waren verbaasd, waren we bevrijd?! Een van mijn vriendinnen was in de oorlog verloofd met een Duitse soldaat. Vlak voor de bevrijding is hij teruggegaan naar Duitsland. Mensen uit de buurt hebben haar na de oorlog opgepakt en haar hoofd kaal geschoren, uit wraak. Ze heeft toen een tijdje een hoofddoek gedragen. Omdat wij goede vriendinnen waren, droeg ik er toen ook één. Om haar te steunen. Nu met de oorlog in Oekraïne denk ik vaker aan mijn ervaringen in de oorlog.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892