‘Mijn truc was om me gedeisd te houden en niet op te vallen’


Dim, Shemaiky, Mylo en Toon vertellen het verhaal van Lee Thio
JavaAmsterdam-Zuid

Lee Thio zit klaar in de Oranjekerk met voor zich op tafel potjes kruiden, een klassenfoto en een schilderijtje. En een kopje koffie. Klaar voor het interview dat plaats gaat vinden met Dim, Shemaiky, Mylo en Toon van het MLA aan de Van Ostadestraat in Amsterdam-Zuid. Na een kort voorstelrondje stellen de leerlingen hun vragen.

Kunt u iets vertellen over uw familie en uw voorouders?
‘Mijn opa van vaders kant komt uit het kleine dorpje Dong Poeng in China. Hij ging met zijn broer naar Indië om daar een beter leven te zoeken. Mijn vader was de oudste van elf kinderen. Zelf kreeg hij acht zonen, waarvan ik de derde ben. Hij werd naar Nederland gestuurd om in Amsterdam pedagogiek te studeren. Daarvoor had de hele familie gespaard. Mijn vader ging in de Nieuwmarktbuurt wonen en ontmoette er mijn moeder, een Joodse, Hollandse vrouw. Samen vertrokken ze in 1930 met hun eerste zoontje naar Indië. Daar werd ik op Java als derde zoon dus geboren. Van mijn twee oudere broers werd veel verwacht. Van mij niet. Ik kon mijn gang gaan en ik kwam overal mee weg. Iedereen vond mij schattig. De baboes knepen maar wat graag uit liefde in mijn beentjes.’

Kunt u iets over uw jeugd vertellen?
‘We waren veel buiten. We klommen in bomen, maakten vuurtjes. Mijn broers en ik gingen elke dag met de djongo, de knecht, op pad. We zijn eigenlijk opgevoed door onze twee baboes, de kinder- en keukenmeisjes, en de djongo. Dat ging daar gewoon zo. Mijn vader was hoofd van de kweekschool en had geen tijd, en mijn moeder deed andere dingen. Thuis spraken we nooit Chinees of Javaans, alleen Nederlands. Ik sprak wel Javaans, maar mijn moeder niet. Dus ik vertaalde altijd voor de baboe welke boodschappen mijn moeder wilde van de markt.’

Hoe was uw schooltijd?
‘In Indië kreeg ik thuis les van mijn vader. Een half uur per dag. Ik stond dan naast de typemachine waar hij verhaaltjes met rekensommen erin verwerkt op tikte. Zo leerde ik lezen en rekenen. Toen ik op mijn negende naar Nederland kwam, kon ik zo instromen in wat nu groep 5 is en meteen meekomen. Ik was geen sommetje achter. Op de scholen in Indië werden dezelfde Hollandse lesboekjes gebruikt als hier, omdat de kinderen naar Nederland gingen om te studeren. De lesstof moest daarom aansluiten. Mijn broers en ik zaten hier op de Vondelschool. In mijn klas zaten 44 kinderen en ik was de enige zwarte. Mijn broers dwongen respect af door ervoor te zorgen dat ze binnen twee maanden de beste van de klas waren. Mijn truc was om me gedeisd te houden en niet op te vallen.’

Kunt u iets over het kolonialisme vertellen?
‘De kruiden in deze potjes komen uit Indië. De Hollanders hebben 300 jaar in Indië de baas gespeeld om winst te maken met de producten die er vandaan komen, zoals kruidnagel, foelie, kaneel, nootmuskaat, peper en – later – thee en koffie. De Hollanders zorgden ervoor dat ze er de baas werden. Als de mensen daar niet vrijwillig meewerkten, ging het op een andere manier, met geweld. In de periode van de VOC werd via de Nederlandsche Handelsmaatschappij op de Vijzelgracht geregeld dat de producten waar ze in Nederland wat aan hadden hiernaartoe werden gehaald. Hoe ver mag je gaan om rijker te worden? De Hollander Jan Pieterszoon Coen ging daar bijvoorbeeld heel ver in toen hij kruidnagel en foelie van de Banda-eilanden wilde. Als ze het niet gaven, schoot hij ze dood. Het is goed om bij jezelf altijd na te denken hoe ver je mag gaan om rijk te worden.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892