‘’Weet je wie er ook bij het verzet zat… mijn vader’’


Noortje, Dalian en Michaëla vertellen het verhaal van Aagje Wilhelmina Meijer, 19 jaar toen de oorlog begon
TerschellingstraatAmsterdam-Noord

Aagje Meijer heeft de koek en het snoep al klaar staan als Noortje, Dalian en Michaëla van groep acht van Het Wespennest langskomen om haar te interviewen over haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. Het is een gezellig komen en gaan deze ochtend in het huisje van Aagje. De verpleegster komt langs om Aagjes ogen te druppelen en de kinderen mogen meekijken, daarna krijgen ze een rondleiding door de tuin waar de Clematis-struik en de spinnen worden bewonderd. Noortje en Michaëla mogen zelfs nog even de traplift testen waar ze flink de slappe lach van krijgen. Nadat Aagje een paar prachtige gedichten heeft voorgelezen, is het tijd voor een paar oorlogsverhalen. Maar niet te veel want Aagje wil het vooral hebben over vrolijke dingen en niet alleen maar over nare oorlogsherinneringen.

 

Heeft u weleens iets gedaan wat niet mocht van de Duitsers?
“Ja, wel een keertje. De Duitsers hadden spertijd ingevoerd in Nederland. Dat betekende dat je niet op straat mocht na een bepaalde tijd. Aan het begin van de oorlog was dat na tien uur ’s avonds en later in de oorlog al na acht uur ‘s avonds. Als je dan wel naar buiten ging, had je de kans om gearresteerd te worden. Maar mijn zus en ik geloofden dat niet echt, we namen spertijd niet zo serieus. Dus wij liepen lekker ’s avonds arm in arm over het plein. En toen kwam er een Nederlandse politieagent van wie we mee moesten naar het politiebureau. Daar werden we in een kamer gezet en kregen we wat drinken en brood. De agent is snel langs onze moeder gegaan om te vertellen dat we op het bureau zaten zodat ze niet ongerust werd. En wat deden we op het politiebureau? We hebben de hele nacht liedjes gezongen, mijn zus de eerste stem en ik de tweede. En de volgende dag mochten we pas naar huis toen spertijd weer voorbij was. Ja, achteraf zie ik wel in dat die politieman ons juist beschermd had voor de Duitsers want als zij  ons hadden opgepakt, was het vast niet goed afgelopen.”

Kende u mensen in het verzet?
“Mijn tante die in Monnikendam woonde, was verloofd met een jongen die in het verzet zat. Dat was allemaal heel geheimzinnig. Ze hadden ook stiekem een radio die ze altijd goed verstopten. Op de radio luisterden ze of het al een beetje beter ging met de oorlog en of de geallieerden aan de winnende hand waren. Eén keer sprak koningin Wilhelmina zelfs op de radio. Er was wel een keer iets spannends gebeurd toen ik bij die tante was. We zaten met een heel gezelschap bij haar te kletsen en haar verloofde was er ook bij. En toen vertelde een ouder echtpaar opeens dat hun zoon bij de SS was gegaan, dat waren de gemeenste en gevaarlijkste soldaten van het Duitse leger. Toen werd het helemaal stil in de kamer… En we waren allemaal bang dat we per ongeluk iets hadden gezegd over de radio of over het verzet. Maar er zijn gelukkig nooit problemen van gekomen. Weet je wie er ook bij het verzet zat? Mijn vader! Maar daar kwamen we pas achter toen hij overleed op zijn 73e. Op zijn begrafenis waren zoveel mensen die we niet kenden. We snapten er niks van. Achteraf bleek dat het allemaal mensen waren die samen met hem in het verzet hadden gezeten. En weet je wat zijn schuilnaam was? ‘Meneer Vrees’ Nou dat is echt typisch een schuilnaam voor mijn vader, haha! Maar daar hebben we dus nooit met hem over gesproken.”

Foto: Caro Bonink
Foto: Caro Bonink
Foto: Caro Bonink
Foto: Caro Bonink

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892