Luister hier hoe schrijver Lara Nuberg de ontmoeting beleefde.
Nederlands English

‘We moesten mee in de vrachtwagen naar het Muiderpoortstation’


Eldana, Amin, Enes en Jai vertellen het verhaal van Suze Krieg
MolenbeekstraatAmsterdam-West

Eldana, Amin, Enes en Jai bellen aan bij het gezellige huis van Suze Krieg in Amsterdam-West. Ze hebben hun vragen goed voorbereid. Mevrouw Krieg kan niet alles goed verstaan dus soms moeten de vragen even iets harder worden gesteld. De leerlingen van basisschool Corantijn in Amsterdam-West zijn na afloop erg onder de indruk van haar verhaal en Eldana geeft haar bij vertrek zelfs een dikke knuffel.

Bent u Joods?
‘Wij zijn allemaal Joods. Het was een verschrikkelijke tijd voor Joden. We mochten in de oorlog niet meer in ons huis blijven wonen en verhuisden naar een getto, dat is een buurt voor Joden. Toen ik ouder was ging ik naar het Joods Lyceum, maar we mochten niet meer in de tram. We mochten eigenlijk niks meer en moesten een ster dragen. Ik vond die ster op zich helemaal niet zo erg, maar wel dat hij altijd goed vast moest zitten. Anders kreeg je op je kop.

De situatie werd erger en erger voor Joden en op een avond stond er een vrachtwagen met een Duitser voor ons huis. Die Duitser belde niet eens aan maar kwam gewoon naar boven. We moesten met hem mee in de vrachtwagen, naar het Muiderpoortstation. Na een hele tijd wachten werden we ingeladen in een trein en reden we naar Westerbork. Dat was het eerste concentratiekamp in Holland. Ineens hadden we een heel ander soort leven, met alleen een rugzak die we hadden meegenomen van huis. Mijn vader werkte als muzikant voor de kampcommandant. Ik zat in quarantaine want ik had een ziekte aan mijn lever, net als mijn zus. Andere mensen werden van Westerbork naar Auschwitz gestuurd, waar ze werden vergast – in totaal hebben ze zes miljoen Joden vergast – maar wij bleven in Westerbork. Tot we in 1944 met z’n vieren met de trein naar het Duitse concentratiekamp Bergen-Belsen werden gebracht. Mijn moeder zei: ‘Nu kunnen we gelukkig niet meer naar Auschwitz worden gestuurd’. In Bergen-Belsen was honger en er waren ziektes waardoor veel mensen stierven, maar er waren geen gaskamers.’

Hoe was de bevrijding?
‘Toen de Duitsers hoorden dat de Amerikanen eraan kwamen, hebben ze nog veel mensen in veewagens op de trein gezet, ons ook. En die trein heeft tien dagen door Duitsland gereden. Veel mensen waren halfdood. Wij lagen in de veewagen met andere, vreselijk zieke mensen. Mijn moeder had vlektyfus en mijn vader woog niks meer. Als mensen doodgingen, werden ze ’s avonds als de trein stopte gewoon op de rails gegooid.

Op een dag ging mijn zusje tijdens een stop water halen. De trein begon weer te rijden, maar mijn zusje was er nog niet. Dat vond ik zo erg, in deze chaos met zoveel dood om je heen… Die zie ik nooit meer terug, dacht ik. Ze was 11 jaar. Maar handig als ze was is ze, toen de trein weer ging rijden, in de laatste wagon gesprongen en toen was ze er weer.’

Hoe zijn jullie bevrijd?
‘Op een dag zeiden ze: daar zijn de Russen, die gaan ons bevrijden! In de omgeving was geen Duitser meer te bekennen, die waren allemaal gevlucht. Op een of andere vreemde manier waren wij alle vier blijven leven. Ik had vlektyfus en wist niet eens meer wie ik was. Uiteindelijk kwam ik in Maastricht in de psychiatrie terecht, waar ze voor mij hebben gezorgd.

Langzaamaan ging het steeds beter met me. Ik was inmiddels 15 jaar. Ik weet nog dat ik weer in Amsterdam terechtkwam en toen in heel korte tijd gewoon weer naar school ging, naar het Amsterdams Lyceum. Ik snap nog steeds niet hoe dat kon. Op een of andere manier ga je dan toch weer door met leven – met een schroef los of een rugzakje, of hoe je het ook noemt. En dat raak je nooit meer kwijt. Waarom ik nog leef, dat zal ik nooit te weten komen.

Ik heb in de tussentijd veel nagedacht over mijzelf en ik dacht ook: eigenlijk hoor ik dood te zijn, want ik hoor bij die vele mensen die daar gestorven zijn, maar ik ben niet gestorven. Ik heb nooit een pubertijd gekend, een vreemd soort leven heb ik. Wat ik erg vind is dat er nooit aandacht is geweest voor getraumatiseerde kinderen zoals ik, die uit kampen terug kwamen. Niemand heeft ons ooit hulp geboden of iets gevraagd. Er werd niet naar ons omgekeken.’

U zat met Anne Frank op school, heeft u ooit met haar gesproken?
‘Ik sprak haar bijna iedere dag, ik zat een klas lager. Ik vond haar niet aardig en heel verwaand. Anne Frank werd uiteindelijk verraden en kwam ook in het kamp Bergen-Belsen terecht. Wij overleefden het en zij niet. Dan denk ik: Gods wegen zijn heel wonderlijk.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892