‘Versta je de taal niet en mensen lachen, dan denk je snel dat het om jou gaat’
Danyaal, Robin en Tamer vertellen het verhaal van Angelines Castro
Spanje
Danyaal, Robin en Tamer van basisschool Rapenland in Eindhoven gaan met de auto naar het huis van Angelines Castro. Het zonnetje schijnt vrolijk. Mevrouw Castro komt uit een gezin van zes kinderen. Ze groeide op in een klein, arm Spaans dorpje, waar ze van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat moest meehelpen op het land. Nu woont ze al vijftig jaar in Eindhoven. Haar tuin lijkt net een Spaanse patio, vol met bijzondere en oude spullen. De kinderen kijken nieuwsgierig rond.
Hoe was het om alleen in Spanje te zijn en uw man in Eindhoven?
‘Ik wilde onderwijzeres worden, dat was mijn droom, maar de opleiding konden we niet betalen. Mijn man, met wie ik toen verkering had, zei: ‘Dit is mijn kans’. Eerst ging hij werken in Baskenland, en daarna vertrok hij naar Nederland om bij Philips aan de slag te gaan. Hij was daar al anderhalf jaar voordat ik kwam.
We hielden contact via brieven, want er was geen telefoon. Een brief versturen duurde wel 18 dagen. Toen ons pap overleed, kwam een brief die hij me had geschreven pas aan in Nederland nadat ik zijn begrafenis al had bijgewoond. Dat raakte me. Zijn woorden te lezen toen hij er niet meer was. Die post deed er zo lang over, en nu? Nu bel ik elke dag met mijn schoonzussen in Spanje.’
Waar bent u gaan werken en hoe heeft u Nederlands geleerd?
‘Tijdens de vakantie van mijn man zijn we op 28 december getrouwd. Ik was 19 jaar. Kort daarna ben ik in mijn eentje met de trein naar Nederland gereisd. Ik was nog nooit zo ver van huis geweest, en de reis duurde meer dan 24 uur.
Ik was heel jong en besefte eigenlijk niet goed wat er allemaal op me afkwam. Ik deed het uit liefde voor mijn man, maar makkelijk was het niet. We gingen eerst wonen bij een Spaans echtpaar, waar we twee kamers voor onszelf kregen. We voelden ons daar welkom. Na anderhalf jaar kregen we een huurwoning en sinds 1987 wonen we in ons koophuis.
Ik werkte bij Philips, op de controleafdeling van computerchips. Er werkten maar vier mensen. In het begin durfde ik geen Nederlands te spreken. Als je de taal niet verstaat en mensen lachen, denk je al snel dat het om jou gaat. Juist daarom ging ik bij Nederlandse collega’s zitten om de taal te leren. Zij hebben me echt geholpen. Ik heb veel moeite gedaan om Nederlands te leren en heb drie jaar lang een cursus gevolgd.’
Vertel eens over het busverhaal?
‘Ik werkte drie dagen per week en woonde in Woensel. Op een dag moest ik de bus nemen naar huis, het was erg mistig. Ik sprak nog geen Nederlands en had alleen mijn reispasje van Philips bij me. Ik stapte in en op een gegeven moment stapte iedereen uit, ik bleef als enige achter in de bus. Ik ben maar gaan lopen, maar herkende helemaal niets. Uiteindelijk zag ik het station en kon ik naar huis, jankend. Mijn man lag al in bed. De volgende dag heeft hij aan mijn baas uitgelegd wat er was gebeurd.
De eerste drie jaar in Eindhoven ben ik nauwelijks de deur uit geweest. We kenden niemand en hadden hier niemand. Pas later, in het weekend, begonnen we naar het Spaans centrum te gaan. Daar leer je mensen kennen, en langzaamaan bouw je iets op.
Nu ben ik 50 jaar getrouwd. We hadden altijd het plan om terug te gaan, maar onze drie kinderen zijn hier opgegroeid en nu zijn er ook kleinkinderen. Ik heb het goed. Ik heb een fijn leven, een goed pensioen, we kunnen op vakantie en de kinderen komen elke week bij ons eten.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.