‘Wij hebben in de oorlog ontzettend veel havermoutpap gegeten’


Jayden, Jaycie, Mohanad, Lina vertellen het verhaal van Els Peeters
Binnewiertzstraat

Opgetogen en met lichte spanning gaan Jayden, Jaycie, Mohanad, Lina van basisschool ‘t Karregat in Eindhoven op weg. Via een kleine omweg komen ze aan bij het huis van Els Peeters. Mevrouw Peeters was 5 jaar toen de oorlog begon en woonde destijds op de Binnewiertzstraat. De kinderen worden gastvrij ontvangen. Vol bewondering kijken ze rond in haar huis. Na afloop van het interview zegt Mohanad: ‘Het dapperste van haar vond ik dat ze haar verhaal durfde te vertellen’.

Wat voelde u toen de Duitsers binnenvielen?
‘Dat weet ik niet meer precies, ik was 5 jaar. Voor mijn gevoel is de oorlog begonnen toen ik de soldaten door de straat zag lopen. Het waren grote groepen soldaten, die zongen en marcheerden. Het geluid van hun laarzen maakte vond ik eng en daarom schuilde ik achter de rokken van mijn moeder. Van die angst heb ik nog lang last gehad, ook na de oorlog. Er zijn ook soldaten bij ons thuis geweest, toen ze mijn vader gevangennamen. Ook kwamen ze controleren of wij spullen in huis hadden die we niet mochten hebben. Na de oorlog kon ik voor drie maanden naar Zwitserland om mijn rust te vinden. Ik vond dat fijn, maar ik had wel last van heimwee.’

Kende u NSB’ers en vertrouwde u die?
‘Ja, bij ons in de straat woonden twee families die bij de NSB waren. Van de ene familie werd thuis wel gezegd: ‘daar moet je heel voorzichtig zijn, daar moet je niet teveel tegen praten’ en die anderen waren eigenlijk wat oudere mensen die altijd heel vriendelijk en aardig waren. We merkten er niks van dat zij NSB’er waren. Met hen hadden we niet veel te maken. Maar in de straat, een eindje verderop, woonde een mevrouw van wie de dochter getrouwd was met een Duitse soldaat en daar hadden we heel veel schrik voor. Als we op straat speelden, bleven we daar uit de buurt. Als die ooit onze bal in de handen kreeg… Vroeger was er heel weinig verkeer, dus konden we veel op straat spelen. We tekenden lijnen op straat en konden dan trefbal spelen. In de oorlog speelden we gewoon op straat en gingen ook gewoon naar school.’

Wat at u tijdens de oorlog?
‘Wij hebben nooit echt honger gehad. Ik weet wel dat we een familie met een bakkerij. Wij hebben in de oorlog ontzettend veel havermoutpap gegeten en dat was heel voedzaam, dus daar zat ik meteen vol van. Na de oorlog heb ik nooit meer havermout gegeten. Mijn vader en mijn broers fietsen naar Knegsel om bij een boer melk te kopen en andere etenswaar. Dan moesten ze weer heel voorzichtig terugfietsen om te kijken of er geen controle was op de weg. Die producten mocht je namelijk niet hebben, waarom weet ik eigenlijk niet. Als je dus voedsel ging halen, moest je heel voorzichtig zijn op de terugweg. Duitsers versperden de weg en dwongen je om laten zien wat je bij je had. Als je melk of boter had of iets anders, namen ze het in beslag.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892