‘Stiekem haalden we laarzen en helmen weg’


Johnny, Zainab, Faye en Yara vertellen het verhaal van Nol van der Hoorn
Rozenprieelstraat 87 Haarlem

Johnny, Zainab, Faye en Yara kijken hun ogen uit bij Nol van der Hoorn. Op tafel liggen allemaal spullen; een Duitse helm, een echte bajonet, een persoonsbewijs en de Haarlemse krant van de eerste dag van de oorlog. Meneer van der Hoorn was twee jaar toen de oorlog begon. Hij was de jongste van dertien kinderen en hij woonde aan de Rozenprieelstraat.

Kan u zich het begin van de oorlog herinneren?
‘Het klinkt misschien gek, het moment dat de oorlog begon weet ik nog goed, ook al was ik pas twee jaar. Er was luchtalarm en ik werd in een deken gerold en samen met mijn broertje onder de trap in de kelder gelegd. Tijdens het luchtalarm gingen we altijd met de hele familie in de kelder schuilen. We waren zo arm als een kerkrat, net als veel andere mensen in de buurt. Maar alle buren hielpen elkaar altijd, het was één grote familie. In de buurt zaten overal winkeltjes.’

‘We speelden altijd buiten in de weilanden waar nu Schalkwijk ligt. Ook toen het Rozenprieel gebombardeerd werd in oktober 1940. We renden heel snel naar huis. Ons huis was gelukkig niet geraakt, maar het was echt een verschrikking. Een grote familie in een andere straat was in één klap weg. ‘

Hoe komt u aan deze spullen?
‘In de stoomwasserij op de Kampersingel sliepen Duitse soldaten. Mijn vriendje had een tuin tegen de achterkant van dat gebouw en dan kropen we stiekem naar binnen en dan haalden we laarzen weg en helmen. We hebben nog meer weggehaald, maar dat vertel ik niet. We waren kinderen. Kinderen konden bij de Duitsers geen kwaad doen. Mijn vader maakte van die laarzen schoenen voor ons.’

Hoe kwamen jullie aan eten?
‘Er was veel honger in die tijd, want de Duitsers namen al het eten in. Iedereen was altijd op zoek naar eten. Opoe Sieraad had een prikstok en stond bij het lossen van de aardappelen bij de opslagplaats. De aardappelen die wegrolden, prikte opoe Sieraad op met haar stok. Toen schoot een mof op haar… Nou dat heeft hij geweten. Het hele Rozenprieel kwam op hem af! Hij wist niet hoe snel hij moest schuilen in de BLO-school.’

‘Er was ook eens iemand, een Duitse soldaat, die stoer wilde doen. Hij ging van de Rustenburgerbrug die open stond, springen, van de top. Hij viel plat op z’n buik op het water en moest meteen naar het ziekenhuis.’

Hoe heeft u de bevrijding gevierd?
‘De bevrijding was geweldig. Ik stond op de hoek van de Herenvest. Die Canadese soldaten kwamen uit Amsterdam. Het was een gekkenhuis. Ieder weekend hadden we feest. Dan was er een podium gebouwd in de Van Marumstraat en dan dansten neven van mij als Hawaï-meisjes met een rieten rokje met een bloemenkrans. Het waren mooie tijden. Mijn vader had de eerste prijs. Hij had een Rozenprieel voor de deur gemaakt: met dennengroen en rozen er doorheen, over de stoep zodat de mensen erdoorheen moesten lopen.’

 

   

   

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892