‘Jullie kinderen moeten weten wat er in de oorlog is gebeurd’
Jill, Lenthe, Kiona en Rowayda vertellen het verhaal van Sinah Schoffel
Maarsseveen
Openbare Basisschool Polygoon is verbonden aan een lokaal ouderenbuurtcentrum in de Filmwijk in Almere. Omdat de stad tijdens de oorlog nog niet bestond, interviewen de leerlingen uit groep 8 ouderen die toen elders woonden. Jill, Lenthe, Kiona en Rowayda spreken in het buurtcentrum tegenover school met mevrouw Sinah Schoffel, die in de oorlog in Maarsseveen woonde. Ze zijn goed voorbereid tijdens de interviewles, maar vinden het wel spannend. Ook zijn ze benieuwd naar de verhalen.
Wat merkte u als kind van de oorlog?
‘Ik was nog maar vijf, maar merkte wel dat er wat aan de hand was. Mijn ouders waren bang en ik hoorde wel eens vliegtuigen, die onderweg waren naar Duitsland om daar te gaan bombarderen. Ik woonde met mijn ouders, mijn oudere broer en zus in Maarseveen; dat is in de provincie Utrecht. Ondanks de oorlog ging ik gewoon naar school. Daarvoor moest ik vijf kilometer lopen, heen en terug. Ik vond de oorlog niet leuk. Er was altijd spanning en er werd veel gebombardeerd, onder andere bij Soesterberg, vlakbij ons. Dan gingen we altijd het huis uit, het land op’.
Was u bang?
‘Een keer had ik een oranje jurk aan. Ik liep van school naar huis. Onderweg reden Duitsers in huifkarren langs. Ik was als de dood dat ze mij in dat oranje jurkje zouden zien en sprong de sloot in om me achter de planten te verstoppen. Het dragen van een oranje jurk kon symbool staan voor vrijheid, voor anti-Duits. Gelukkig is er niks gebeurd. Ook hebben wij geen erge honger gehad, omdat we in een gebied woonden waar veel mensen hun eigen groenten verbouwden. Er was niet veel anders dan dat te eten. Andere producten kon je alleen met bonnen kopen.
Waar ik woonde was ook veel water. Als Duitse soldaten de mannen kwamen halen, om ze te werk te stellen, vluchtten die de polder in. Ik moest dan op een akker gaan staan om te laten weten of het al weer veilig was. Als de Duitsers heel plotseling kwamen, verstopten mijn vader en broer zich in een gat in de grond. Net zo lang totdat de Duitsers weer weg waren.’
Hoe was het toen de oorlog voorbij was?
‘Ik was toen tien en herinner me de Bevrijding als iets heel fijns. Geallieerden brachten voedselpakketten, iedereen was blij en vierde feest.
Het is verschrikkelijk wat er in de oorlog met de Joodse mensen is gebeurd. Hitler was een hele slechte man. Eenmaal volwassen heb ik de Amerikaanse militaire begraafplaats Margraten, waar ook een monument ter nagedachtenis aan de hier omgekomen Amerikaanse soldaten is, bezocht. Al die kruizen, dat vond ik vreselijk om te zien. En ik heb concentratiekamp Auschwitz, waar de Joden vergast werden, bezocht. Daar word je helemaal koud van als je dat ziet. Allemaal zalen met schoenen en koffers en haar van vermoorde mensen. Maar ik wilde nu eenmaal zelf zien wat de impact van de oorlog is geweest. Jullie kinderen moeten weten wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Zodat we beseffen dat de vrijheid die wij nu hebben niet vanzelfsprekend is.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.