‘’… en ik was verliefd natuurlijk’’


Niek (11), Kevin (11),/n Lynn (11) en Jivah (11), vertellen het verhaal van Mevrouw van Louw 9 jaar toen de oorlog begon
Tolstraat 134De Rivierenbuurt

Wij hebben mevrouw van Louw geïnterviewd. Wij vonden het bijzonder dat het leek of mevrouw van Louw in de oorlog nooit bang geweest was, terwijl haar verzetsverhalen heel spannend waren.

Was uw familie al sinds het begin van de oorlog in het verzet?
“Mijn hele familie was betrokken bij het verzet en ikzelf ook een beetje, ik was heel jong natuurlijk. Als er thuis een pak van die illegale blaadjes kwam, vouwde ik die met mijn grootmoeder. Ze moesten natuurlijk onmiddellijk de deur uit, want als je een huiszoeking kreeg, ging je meteen mee naar Duitsland, naar het kamp. Zo is mijn vader eigenlijk ook gepakt. Hij was bij de schoenmaker om zijn schoenen te halen, toen er daar een inval kwam. Mijn vader werd gefouilleerd en de Duitsers vonden het krantje dat hij toevallig in zijn binnenzak had. Hij werd opgepakt en meteen meegenomen. Zijn knecht probeerde nog te helpen door te zeggen: ‘Ah die man kan er niks aan doen, zijn vrouw zit in het verzet’. Toen werd mijn moeder ook gezocht en moesten wij allemaal onderduiken.”

Is er bij u thuis weleens een inval geweest?
“Een paar keer. Eén keer toen we een Joodse onderduiker hadden, Bram, die eigenlijk niet helemaal goed bij z’n hoofd was. Professor in de letteren, hij kon wel 40 talen, maar voordat hij iets begreep moest je het wel 100 keer uitleggen. Dat was gevaarlijk. Mijn oma had een heel raar hoog houten bed met een ruimte onder het matras. Daar hebben we hem verstopt. Eerst herhaalden we wel een half uur: ‘Bram, je mag niet boven komen, alleen als wij roepen.’ De Duitsers kwamen in die kamer, heel spannend, maar het is goed gegaan.”

Wat deed uw man tijdens de oorlog?
“Tja. Ik ontmoette mijn man een paar jaar na de oorlog. Hij had voor de Duitsers gewerkt, gevaren op de Zuiderzee. Aan het eind van de oorlog is hij met de Duitsers gevlucht. Later moest hij in België in een kamp van de Amerikanen in de mijnen werken. In de winter, heel zwaar. Toen ik hem leerde kennen vond hij dat hij niet met mij kon omgaan: hij was toch fout geweest in de oorlog. Maar door zijn verhaal begreep ik hem; ik realiseerde me dat hij destijds nog heel jong was, 17 jaar. Hij had het thuis heel slecht, al vanaf het begin van de oorlog was er vreselijke honger, hij zat in nood. En ik was verliefd natuurlijk. Bij mij thuis was het eerst een ramp, maar later accepteerden ze hem. Zelf heeft hij nooit spijt gehad van zijn werk in de oorlog: ‘Anders was ik waarschijnlijk doodgegaan van de honger’ zei hij.”

 

 

Oorlog in Mijn buurt, 3 februari 2016, interview met mevrouw van Louw, foto’s: Katrien Mulder

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892