‘In Indonesië was niets meer voor ons’


Shain, Tenzin, Lakshey vertellen het verhaal van Anita Hooff
Java, IndonesiëAmsterdam Nieuw-West

Mevrouw Anita Hooff is geboren in Indonesië. Haar moeder was Indonesisch, haar vader Nederlands. Toen zij geen Nederlands meer mochten praten op school, zijn zij met de boot naar Rotterdam gegaan. Ze is getrouwd met een Indonesische man. Samen zijn zij een keer teruggegaan naar Indonesië, maar kwamen na een week alweer terug. Shain, Tenzin en Lakshey uit groep 8 van IKC het talent in Amsterdam in Amsterdam Nieuw-West interviewen mevrouw Hooff bij haar thuis.

Hoe was het in Indonesië?
‘Ik ben in 1941 geboren op Midden-Java. Ik weet niet veel meer van die tijd. In mijn geboortedorp hebben wij vier jaar gewoond. Mijn ouders hadden dertien kinderen en ik was de jongste. Mijn kinderjaren waren best fijn. Wij waren altijd buiten. Er is natuurlijk wel veel gebeurd. Ik ben opgegroeid in de oorlog. Mijn ouders werden naar een kamp gestuurd en wij meisjes moesten mee met alle moeders. De jongens gingen apart. Toen ik twaalf was, gingen wij naar Nederland met de boot. Ik was ontzettend zeeziek. Na een maand kwamen wij aan in Nederland. Toen wij hier aankwamen, moesten we bussen in. Het zijn natuurlijk zoveel families die aankomen. Je wist niet waar je naartoe ging. In de bus hoorde je pas waar je naartoe gebracht werd. Ik vond het een beetje vreemd toen ik hier aankwam, maar je was met elkaar, dus dat was gewoon fijn.’

Ging u naar school in Indonesië?
‘Ja, ik zat op een nonnenschool. We hadden school van 7 uur ‘s ochtends tot 12 uur ‘s middags. Dan ging je naar huis en ging je slapen. We hadden allerlei vakken: rekenen, taal, aardrijkskunde en geschiedenis. ’s Middags gingen we dan buiten spelen of soms huiswerk maken. Vanaf de kleuterschool tot en met de zesde klas kregen wij Nederlandse taal op school. Daarna mochten wij ineens geen Nederlands meer spreken op school, alleen nog Indonesisch. Dat is na de oorlog door de Indonesiërs veranderd. Maar wij spraken alleen Nederlands. Toen zijn wij weggegaan, naar Nederland. Wij waren als enigen van de familie met z’n vijven naar Nederland gegaan. De rest bleef achter in Indonesië. En je weet dan niet wat er daar gebeurt. Zij moesten nog wachten voordat zij naar Nederland konden gaan.’

Kunt u een dag beschrijven uit uw leven in Nederland?
‘Ik was twaalf toen wij naar Nederland gingen. Hier moesten wij naar een pension, want wij hadden geen huis in Nederland. Dat was in Soestduinen. Daar kon ik nog niet naar school. Toen we een paar maanden in dat pension zaten, gingen wij naar Utrecht, naar een ander pension. Daar ben ik wel naar school gegaan, weer terug naar de zesde klas. Toen was ik al veertien, dus dat was best oud. Ik heb de zesde klas doorlopen, daarna ben ik naar de MULO gegaan. Daar heb ik een ongeluk gehad en had ik een flinke hersenschudding. Toen kon ik niet meer naar school. Mijn ouders werden toen overgeplaatst naar Amsterdam, ik was toen zestien jaar. Mijn vader had daar een baan bij de Belastingdienst en daar ben ik met mijn zus toen ook gaan werken.’

Wat heeft u meegenomen uit de Indonesische cultuur hiernaartoe?
‘In het begin vooral het koken. Dat vond ik heel fijn. Daar hield ik ook van. Dan kwamen mijn collega’s of vrienden hier eten. Later, als je het drukker hebt, vond ik het eten koken niet meer zo fijn. Wij hebben al snel de gebruikelijke dingen van Nederland overgenomen. In het begin, toen ik nog bij mijn ouders woonde, hielp ik mijn ouders. Zij waren degenen die moeite hadden met aanpassen hier. Zij moesten ineens alles zelf doen en alles kwam op mijn moeder terecht. Wij waren dan altijd aan het helpen.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892