‘Ik zag Nederland als een soort paradijs’


Anouar, Mouad, Jannat, SHarena vertellen het verhaal van Sonny Caster
ArubaAmsterdam Nieuw-West

Het interview met meneer Sonny Caster vindt plaats in het gebouw naast basisschool IKC Het Talent in Amsterdam Nieuw-West. Hij ziet uit naar de vragen die Anouar, Mouad, Jannat en SHarena uit groep 8 voor hem hebben bedacht. De kinderen steken meteen van wal als meneer Caster is gearriveerd. Ze willen graag weten hoe zijn dagen op Aruba eruitzagen toen hij net zo oud was als zij nu.

Waar kwamen uw ouders vandaan?
Mijn beide ouders zijn in Suriname opgegroeid en zij zijn, toen ze begin 20 waren, naar Aruba verhuisd, omdat daar meer werk was. Op Aruba ben ik geboren en heb daar tot mijn 16e gewoond. Thuis spraken we Nederlands en Surinaams, op school Nederlands en buiten met mijn vrienden sprak ik Papiamento. Ik ben met drie talen opgegroeid en uiteindelijk ook gevormd door drie culturen. Ik haal datgene uit de cultuur wat het beste bij mij past en heb daarvan zelf een cultuur gemaakt, die goed voor mij werkt. Zo heb ik zelf een beetje mijn eigen roots gemaakt. Van de Surinaamse en Antilliaanse cultuur heb ik de gastvrijheid in mij. Iedereen is altijd welkom en kan mee-eten of blijven slapen of logeren. En van de Nederlandse cultuur vind ik het prettig dat hier veilig is en er weinig geweld is. Ik ben met veel geweld om mij heen opgegroeid. Als er een conflict was, ging je vechten. Zowel de kinderen als de volwassenen. Als je als kind iets deed wat niet mocht, dan kreeg je ervan langs. Niet alleen van je ouders, maar ook van de buren op het erf. Je leefde als het ware als een grote familie en iedereen hield alles in de gaten.’

Waarom ging u naar Nederland?
‘Ik ging naar Nederland toen ik 16 was en ging naar de Zeevaartschool in Rotterdam om verder te leren. Zonder familie, maar met een groep van ongeveer vijftig jongens. Ik woonde bij een Nederlandse familie en heb zo heel snel kennis gemaakt met hoe alles hier werkt. Veel was heel anders dan bij ons. Wij hadden bijvoorbeeld een deftige kamer in huis, die alleen voor heel bijzondere gelegenheden was en bijna niet gebruikt werd.  Bij de familie was maar een kraantje in het huis en daar kwam alleen koud water uit. De familie ging een keer in de week in een teil met verwarmd water. Een voor één gingen ze na elkaar erin. Ik vond dat heel raar. Op Aruba douchte ik elke dag in de ochtend en ook in de avond. Toen ik het badhuis aan het einde van de straat ontdekte, ging ik daar bijna elke dag heen. Mijn Nederlandse familie vond dat maar raar. Maar hun zoon vond het wel een goed idee en ging ook soms mee.’
‘Kijk, deze foto, zo zag ik eruit op mijn 16e toen ik hier kwam. Met een zeevaartpakje en pet van school. Er waren in die tijd heel weinig donkere mensen in Nederland. De kinderen in mijn straat vonden het heel interessant dat ik donker was en als ik dan als ‘s middags terug kwam van school en de straat in liep riepen alle kinderen uit de straat ‘Heeee , daar is  hij’. Dan renden ze achter me aan op en vroegen me vanalles; Hoe het kwam dat ik zo een donkere huid had en zulke haren? Ze zeiden dat het voelde als het tapijt bij hun thuis. Ik was heel verlegen en keek met mijn pet naar beneden. Heel vaak liep ik mijn huis zo voorbij met die grote pet op en al die huizen die op elkaar leken. Dan was ik opeens aan het einde van de straat. Dan liep ik maar een blokje om en deed alsof ik naar de groetenboer moest.’

Wat weet u van uw familie?
Mijn beide ouders komen uit Suriname en ik heb een paar jaar geleden onderzoek naar mijn herkomst gedaan in het archief in Den Haag. Daar is heel veel informatie te vinden van mensen in Suriname. Er zijn twee volkstellingen geweest in Suriname en dan gingen ze huis voor huis af om te kijken wie er woonde en wat de familierelaties waren. Ik heb veel informatie kunnen vinden en een stamboom gemaakt die teruggaat tot 1803. Er waren twee zussen, die uit Afrika waren gehaald. Van één van de zussen stam ik af. Kijk maar als je deze lijntjes volgt dan kom je bij mij uit. Ik ben de zesde generatie.’

Had u een droom voor uw toekomst toen u zo oud was als wij?
Toen ik klein was, zag ik Nederland als een soort paradijs. We leerden erover op school en de Nederlanders die op Aruba waren, hadden allemaal goede banen. Ze waren ingenieur, hoofd van een school, directeur. De Nederlanders woonden allemaal in prachtige huizen met dienstmeiden en tuinmannen. Ze hadden twee auto’s en een goed salaris. Wij hadden zelf nog geen mensen, die verder gestudeerd hadden en die hoge functies hadden op Aruba. Ik had net als iedereen de wens om naar Nederland te gaan om te studeren en dan terug te komen en rijk te worden.  Maar na mijn studie ben ik in Nederland gebleven en heb verschillende banen gehad. Na mijn pensioen ben ik gaan doen wat ik altijd al leuk vond. Ik ben rijinstructeur geworden en doe dat elke dag met veel plezier. Ik vind mijn leven heel leuk en voel mij heel rijk.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892