‘Ik heb een week op de boot naar Coevorden gezeten’


Dounia en Charmaine vertellen het verhaal van Lenie Ekelschot
Admiralengracht 66Amsterdam-WestDe Baarsjes

Lenie Ekelschot woonde tijdens de oorlog aan de Admiralengracht, vlakbij de Visserschool. Nu woont ze in Osdorp. Dat is maar een klein stukje met de tram voor Dounia en Charmaine. De flat van Lenie hangt vol met zelfgemaakt borduurwerk. De kinderen bewonderen haar geborduurde torens van Nederland.

Hoe was het dagelijks leven in de oorlog?
‘Ik was nog maar een kind, maar ik heb wel veel gezien en ook wel eens gehuild. We speelden gewoon en we rolschaatsten op de Witte de Withstraat, want daar waren bijna nog geen auto’s. We hadden stiekem een radio en we kregen licht door op een fiets te rijden. Die draait rond, net als een windmolen en dan maak je stroom. Er was geen tv, geen radio. Dat was niet saai, want je wist niet beter. Wij zaten een keer zuurkool te eten, toen we wat hoorden. We zagen een piloot naar beneden springen. Een Duitse soldaat vroeg of ze moesten schieten, maar er werd gezegd: Nein, das ist nicht gut. Gek dat je zo’n zinnetje onthoudt. Mijn broer moest eigenlijk werken in Duitsland, maar hij liep ongelukkig. Dat heeft hij een beetje erger gemaakt en toen hoefde hij niet. Mijn vader moest wel onderduiken. Dan kwam hij stiekem ’s nachts op bezoek. Dat moest heel zachtjes, want boven ons woonden NSB’ers. Dat was best eng. We hadden ook honger, dan gingen we naar de boeren om tarwe te halen. Ik heb ook eens een peen gestolen bij de groenteman. Daar is het bij gebleven, want ik durfde niet te stelen. Ik kan mij wel nog de smaak van bloembollen herinneren. Omdat mijn vader er niet was, was er voor mijn moeder geen geld om voor zeven kinderen te zorgen. Ik ben toen naar Coevorden gegaan.’

Hoe was het om zo ver van huis te zijn?
‘De boot kon alleen ’s nachts varen dus we hebben een week in een platte schuit gezeten met stro op de grond en een emmer als wc, daar lag ik naast. Onderweg zijn we gebombardeerd. Toen zijn we verder gegaan met Duitse vrachtwagens, onderweg zongen we Nederlandse liedjes. In Coevorden moest je buiten naar de wc en kreeg je een krant mee als wc-papier. Ik paste daar op een jongetje van anderhalf, daar liep ik mee in de kinderwagen, maar ik wilde liever spelen. Ik heb hem toen aan het huilen gemaakt, zodat hij ging slapen. Je verrader slaapt nooit, dus ik heb op mijn donder gekregen. Toen heb ik erg gehuild. In Coevorden werden we ook gebombardeerd en ben ik door een meisje de kelder in gedragen. Ik weet nog hoe ze eruit zag, dat maakte indruk. Er waren daar meer kinderen uit Amsterdam. Een jongetje is overleden. Tijdens de begrafenis werden we weer gebombardeerd, toen lagen bij het huis alle ramen eruit. Coevorden werd in april 1945 al bevrijd. Toen heb ik, pas tien jaar jong, een sigaret gerookt! Maar daarna nooit meer. Er gingen in augustus pas weer treinen naar Amsterdam. Vanaf het Centraal Station ben ik toen met de vrachtwagen naar huis gebracht. Mijn oudste broer riep: “Mama, Lenie is er!”‘

Hoe ging het met u na de oorlog?
‘Ik moest weer naar school, maar in plaats van naar de vijfde klas moest ik terug naar de vierde. Ik kon goed leren, dus dat vond ik niet leuk. Ik heb nooit doorgeleerd en dat vind ik nog steeds jammer. Daar heb je later zoveel aan, ik mis het echt dat ik geen Engels heb geleerd. Eigenlijk wilde ik juf worden, maar ik weet niet meer waarom ik dat niet ben gaan doen. Ik mocht nooit naar de radio luisteren. “Ga maar wat doen,” zei mijn moeder dan. En nog kan ik niet stil zitten, daarom borduur ik ook zoveel. Een paar jaar geleden luisterde ik toevallig wel naar de radio. De broer van de overleden jongen zocht naar andere kinderen uit die tijd. Ik kreeg een rilling en heb meteen gebeld. We zijn naar Coevorden geweest, dat was zo’n leuke reünie. Ik heb ook de jongen ontmoet waar ik in de kinderwagen mee reed. Toen was het voor mij afgesloten. Maar ik kan nog steeds niks zien over de oorlog, want dan slaap ik niet. Ik vind het wel leuk om dit aan jullie te vertellen. Ik hoop dat jullie het ook fijn vinden om te horen. Want om dat mee te maken, dat vergeet je nooit. Als kind misschien wel, maar het komt altijd terug. Of ik sterker ben geworden door de oorlog weet ik niet, maar ik ben wel anders gaan denken, ook als je nu iets over oorlog zit. Mensen willen alleen maar macht. Ik begrijp dat niet. Met liefde bereik je veel meer.’

            

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892