‘Ik ben geboren in Kamp Westerbork, dat staat zelfs in mijn paspoort’
Eloisa, Julia, Elisa en Rigt vertellen het verhaal van Joop Waterman
AmsterdamAmsterdam-Centrum
Joop Waterman (1943) heet eigenlijk Joseph. Hij heeft een waanzinnige map bij zich vol foto’s, persoonsbewijzen, stambomen en andere documenten van en over zijn familie. Dit alles ligt voor hem op tafel in de bibliotheek van de ASVO-school in het centrum van Amsterdam, waar Eloisa, Julia, Elisa en Rigt een beetje verlegen plaatsnemen. Toch is het contact snel gelegd en kan het interview van start.
Wie was Samuel Waterman?
‘Samuel Waterman was mijn opa. Ik heb hem helaas nooit ontmoet, want net als bijna mijn hele familie, is hij om het leven gebracht in de kampen. De familie die er niet meer is, is omgekomen in de gaskamers van Auschwitz. Mijn vaders broer is van een muur geduwd en vermoord, al zeiden ze dat hij zelf was gesprongen.
Ik heb een enorme stamboom, zowel van mijn vaders kant als van mijn moeders kant. Alle namen die groen gekleurd zijn, zijn namen van familieleden die tijdens de oorlog zijn gedood. Als je naar die stamboom kijkt, dan zie je dat ze bijna allemaal vermoord zijn, aan beide zijden van de familie. Ik heb dus wel geluk gehad dat ik er nog ben, maar tegelijkertijd is het natuurlijk vreselijk om te weten dat bijna je hele familie is uitgemoord.’
Hoe heeft u de oorlog overleefd?
‘Ik ben geboren in Kamp Westerbork. Dat staat zelfs in mijn paspoort. Mijn moeder had niet genoeg te eten voor mij, maar er was een andere vrouw die zelf een baby verloren was en aanbood mij bij te voeden. Dankzij deze vrouw heb ik het overleefd. Zij is zelf omgekomen, maar ze had ook nog een ander kind dat de oorlog wel overleefd heeft, en hem heb ik altijd gezien als mijn broer. Onze band is heel sterk geweest. Helaas is hij een paar maanden geleden overleden.’
Waarom zat u op boksen?
‘Mijn vader zat op boksen en was daar ontzettend goed in. Hij zat op een Joodse boksschool. Ik ben ook op boksen gegaan. Toen de oorlog was afgelopen, was het nog steeds helemaal geen pretje voor Joden. Joden werden uitgescholden alsof het de normaalste zaak van de wereld was om dat te doen. Maar toen ik volwassen was kon ik mezelf verdedigen, mede dankzij het boksen. Wie mij uitschold kwam van de koude kermis thuis, want ze kregen klappen.’
Bent u blij met uw leven als u er op terugkijkt?
‘Om heel eerlijk te zijn, op sommige dingen wel, en op sommige dingen niet. Ik denk dat jullie wel begrijpen waarom. Over het algemeen heb ik geen slecht leven gehad, en zelfs ook wel geluk gehad, anders had ik hier niet gezeten. Ik ben gastspreker geweest voor Kamp Westerbork. Toen mijn vrouw overleed had ik geen zin meer. Toen had ik gezegd: ik schei er mee uit.
Maar ik vind het ontzettend belangrijk dat jullie weten dat als er oorlog is, er geen enkele winnaar is. Iedereen is een verliezer. Je verliest alles, je gezin, je familie, alles waar je gewerkt voor hebt in je leven. Vreselijk. Ik ben zelf loodgieter geweest, 25 jaar lang. Ik had twee kinderen, mijn oudste, mijn zoon, is 29 geworden en overleden. Mijn dochter is nu 50 en ik heb twee kleinkinderen. Daar ben ik heel blij mee.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.