‘Het geschreeuw hoorde je tot het einde van de staat, het was verschrikkelijk en ik zal dat nooit vergeten’


Yasmin, Diego, Imran en Yurensley vertellen het verhaal van Henny van Herpen
Mauvestraat 48De Pijp

Henny van Herpen stond al voor het raam op de uitkijk toen Yasmin, Diego, Imran en Yurensley van basisschool De Springstok bijna haar huis voorbij liepen. Het interview, in haar tuin, vonden ze allemaal best spannend. Achteraf vertelde zij de kinderen dat ze het heel bijzonder vond dat ze hen, uit alle windstreken, over haar tijd als kind in de oorlog kon vertellen. 

Had uw familie genoeg te eten tijdens de oorlog?
In de laatste winter van de oorlog was er gebrek aan alles in de stad. Er was geen eten, geen elektriciteit, geen gas. Mijn vader werkte op de centrale groentemarkt in West. Hij kon af en toe wat rotte appels mee naar huis nemen of pikte groente als de spoorwagens voor de Duitsers geladen werden. Hij kon dat als ruilmiddel gebruiken voor andere dingen waar we gebrek aan hadden.

Aan het einde van de oorlog werd ik 14 jaar. Mijn vader wist dat ik een mooi horloge had gezien in de etalage bij een juwelier op de Overtoom. Hij heeft toen aan de juwelier gevraagd of hij in ruil voor een tas met groente het horloge kon krijgen. En zo kwam het dat ik als grote verrassing een horloge voor mijn verjaardag kreeg! Jammergenoeg raakte ik het kort na de oorlog kwijt toen ik samen met een vriendin in de Van Woustraat achter op een schillenkar ging hangen om stiekem een stuk mee te kunnen rijden.

Is iemand van uw familie opgepakt tijdens de oorlog?
Mijn vader en broer moesten zorgen dat ze uit handen bleven van de Duitsers, die wilden dat alle mannen naar Duitsland gingen om te werken. Daarom verstopten ze zich soms onder het luik in het trappenhuis, Gelukkig zijn ze tijdens de huiszoekingen nooit gevonden. Wel is mijn broer een keer opgepakt. Mijn moeder had gehoord dat de boter bij de kaasboer in de Van Woustraat in de aanbieding was. Ze stuurde mijn broer met alle boterbonnen die ze had ernaartoe. Hij werd aangehouden door de Duitsers en zij vonden de bonnen. Ze dachten dat hij een zwart handelaar was en de bonnen wilde verkopen.Hij is toen meegenomen naar het politiebureau aan de Ferdinand Bolstraat. Onze buurman was rechercheur van de politie en zag bij toeval mijn broer op het bureau. Hij vertelde het aan mijn moeder, die natuurlijk heel ongerust was. Ze is er met een boterham voor hem heen gegaan maar moest die achterlaten omdat ze niet bij hem mocht. Gelukkig werd hij dezelfde avond vrijgelaten.

Wat vond u het ergste aan de oorlog?
Het allerergste vond ik de Jodenvervolging. In onze buurt woonden heel veel Joodse gezinnen. Zij werden zomaar meegenomen en kwamen nooit meer terug. Ze konden alleen een klein koffertje met spullen meenemen. Dan kwam er een grote vrachwagen en werd het hele huis leeggehaald. Pulsen noemden ze dat, omdat het bedrijf die dat deed Puls heette.
Tegenover ons woonde een verstandelijk gehandicapt meisje. Ze heette Elly en zij spuugde veel en als ze boos was schreeuwde ze heel hard. Toen zij in de  open wagen meegenomen werd, is ze enorm tekeer gegaan. Haar geschreeuw hoorde je tot het einde van de staat, het was verschrikkelijk en ik zal dat nooit vergeten.

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892