‘Een pakje boter kostte 110 gulden op de zwarte markt’


Daan en Liam vertellen het verhaal van Tine van Wijk
Duivendrechtsekade 87, AmsterdamAmsterdam-Zuid

Tine van Wijk was drie jaar toen de oorlog begon. Ze vindt het fijn dat kinderen naar haar verhaal willen luisteren en dat ze mag vertellen. Tijdens het interview is ze eerst benieuwd hoe Liam en Daan van de Anne Frankschool zich voelen in deze gekke coronatijd. Tine geeft aan dat zij het ook een beetje zat is. Maar gelukkig kan het interview via de computer doorgaan.

Waar woonde u in de oorlog?
‘Wij woonden op een beetje gekke plek net buiten de stad, aan de Duivendrechtsekade. Mijn familie had daar een aannemersbedrijf. Er was heel veel ruimte om te spelen Onze buren waren de Cinetone filmstudio’s. Daar werden eerst Nederlandse films gemaakt en toen het oorlog was, kwamen de Duitsers in de studio en werden er Duitse films gemaakt. Mijn zusje, die er met haar krulletjes heel schattig uitzag, moest in een film meespelen. Mijn ouders vonden dat helemaal niet leuk, maar ze durfden geen nee te zeggen, omdat ze bang waren dat er dan misschien wel iets ergs zou gebeuren met een van ons. Daarom lieten ze het toe.’

Kon u in de oorlog nog buitenspelen?
‘We speelden heel veel buiten. De halve klas kwam bij mij spelen, we gingen vaak hutten bouwen. Op een dag, toen de oorlog bijna over was, gingen we kijken bij een schuilkelder op ons terrein. De deur stond open en we vonden daar een SS-uniform. Dat uniform was vast van een gevluchte SS’er geweest. De SS’ers waren het grote brein achter de vernietigingskampen, zij waren eigenlijk de echte misdadigers.’

Wat kunt u zich nog meer herinneren van toen het oorlog was?
‘Ik kan me er nog heel veel van herinneren. Zeker van het einde van de oorlog, toen was ik al acht. Het was toen zo ontzettend koud, niemand had meer hout of kolen om het huis mee te verwarmen. Het vroor binnenshuis. Op een gegeven moment konden we ook niet meer naar school door de kou. Omdat wij een aannemersbedrijf hadden, en dus heel veel hout, kwamen de buren bij ons bij de kachel zitten. Mijn opa ging dan spannende verhalen vertellen, terwijl we de bommenwerpers over hoorden vliegen. Als het luchtalarm afging, moesten we de schuilkelders in, ook al was het midden in de nacht. In de Hongerwinter was het ook heel moeilijk om aan eten te komen. Ik herinner me dat een pakje boter 110 gulden kostte op de zwarte markt. Omdat mijn familie geld had, konden wij dat kopen, maar voor heel veel mensen was dat onmogelijk. Er was ontzettend veel honger om ons heen. Mijn ouders nodigden af en toe de buurkinderen uit om bij ons te komen eten. Oh, en wat ik ook nog goed weet, is een beetje een zielig verhaal. Ik was toen vier en liep buiten met mijn hondje. Dat had ik voor Sinterklaas gekregen. Ik was er zo blij mee. Opeens kwam er een hele grote Duitse vrachtwagen hard aangereden en toen is mijn hondje daar naartoe gehold. Hij werd overreden en was dood. Ik was ontroostbaar en heel boos op de Duitsers.’

       

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892