‘We vertrokken met 51 kinderen in de trein naar Bergen Belsen’


Hiba, Dania, Mirella,Louis, Imran vertellen het verhaal van Lous Steenhuis
Amsterdam NoordAmsterdam-Noord

Lous Steenhuis komt naar de Twiskeschool in Amsterdam-Noord met een koffertje met foto’s en wel hele bijzondere spullen: het jurkje dat ze als heel klein meisje heeft gedragen en haar eerste schoentjes… Ze leest Hiba, Dania, Mirella,Louis en Imran een sprookje voor: Het prinsesje dat de oorlog overleefde.

Hoe was de oorlog voor uw ouders?
‘Toen het oorlog werd in Nederland, wisten mijn ouders dat het een hele gevaarlijke man was. Zij gingen dus meteen onderduiken. Jullie weten wat dat is hè? Toen ik klein was dacht ik dat het betekende dat je in een zwembad moest duiken en als de Duitsers weg waren, mocht je weer boven komen. Wij gingen dus met z’n drieën onderduiken. Uiteindelijk vonden mijn ouders het voor mij niet veilig. Zij gingen op aparte adressen onderduiken en ging ik naar een oom en tante in een villa in Bussum. Ik noemde mijn oom en tante ‘papa en mama’. Ik was pas 3 jaar. Omdat zij een ‘gemengd huwelijk’ hadden, mijn ooms vrouw was niet-Joods, was het daar veilig. In 1944 veranderde dat. Toen moest mijn oom zich wel aanmelden bij de Joodse Raad. Hij dacht ‘dat doe ik mooi niet’ en ging onderduiken. Op dat adres was nog een Joods meisje dat werd verraden, opgepakt en vervolgens mij heeft verraden. Ik kwam in de gevangenis terecht. Gelukkig vond een aardige een vrouw mij in de gevangenis en die beloofde voor me te zorgen. Samen zijn we naar Westerbork gegaan.’

Hoe is het met uw vader gegaan?
‘Hij dacht dat het veilig was op het onderduikadres, maar hij is verraden en opgepakt. Hij heeft nog geprobeerd te vluchten, maar is uiteindelijk geraakt door 15 politiekogels. Vanuit het politiebureau is hij waarschijnlijk zwaargewond naar Auschwitz gebracht en daar overleden. De mensen die werden verraden, werden eerst naar kamp Westerbork gebracht. Dat was een verzamelkamp van waaruit mensen weer naar de vernietigingskampen werden gebracht. Mijn vader ook en ik heb hem dus nooit gekend.’

Wat was die lijst met namen van onbekende kinderen?
‘Het was een transportlijst. Op de lijst stonden de namen van kinderen van wie ze niet wisten of ze Joods waren. Een hele dappere mevrouw heeft daar toen tegen de geheime dienst gezegd dat wij kinderen van Duitse soldaten waren. Ze schrokken en dachten: als dat zo is dan kunnen we de kinderen niet naar Auschwitz sturen. Wij gingen naar Bergen Belsen, het kamp waar Anne Frank ook heeft gezeten. Zij was daar met haar zusje Margot, maar zij was ongeveer 14 jaar en ik pas 3, dus we hebben elkaar niet bewust ontmoet. We vertrokken met 51 kinderen maar onderweg in de trein is een baby’tje gestorven. We zaten er uiteindelijk met 50 kinderen in het weeshuis en er waren Joodse verzorgsters die hun best deden zodat het niet al te verdrietig was voor ons. De meeste kinderen hadden geen ouders meer, ik had gelukkig wel een moeder.’

Wat weet u nog van de bevrijding?
‘Na Bergen-Belsen kwamen we in kamp Theresienstad en daar zijn we uiteindelijk bevrijd. Door de Russen notabene, die nu zo’n verschrikkelijke oorlog voeren. Na de oorlog zag ik mijn moeder terug. Ik was ooit een wolk van een baby, nu een ziek, dun meisje. We herkenden elkaar niet, maar ik vond haar heel aardig. Voor mijn oom en tante was het best moeilijk, want ik was ooit toch een beetje hun dochter geweest. Uiteindelijk hebben ze dat heel goed opgelost en ging ik gewoon heel vaak bij hen logeren in het huis in Bussum dat ik zo goed kende.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892