‘Dat je weer je eigen volkslied mocht zingen, was bijzonder’


Aditi, Asan, Jessica en Nacer vertellen het verhaal van Tine van Wijk
Duivendrechtsekade 87, AmsterdamAmsterdam-Oost

Tine van Wijk was drie jaar toen de oorlog begon. Ze woonde in die tijd aan de Duivendrechtskade. Behalve bijzondere verhalen over de oorlog krijgen Aditi, Asan, Jessica en Nacer uit groep 7 van de Dapperschool ook een wijze les van van haar mee: “Het allerbelangrijkste in je leven is dat je altijd blijft spelen. Ga niet in een hoekje zitten kniezen. Maak een lange neus en ga weer door. De dingen doen die jij leuk vindt!”

Had u huisdieren in de oorlog?
 ‘Van Sinterklaas had ik een schattig hondje gekregen. Op een dag, ik had het hondje nog maar net, liep ik met mijn moeder en mijn zusje over de dijk naar school. In die tijd reden er bijna geen auto’s op straat. Dus het was heel normaal dat je hond losliep. Maar toen kwam er een grote Duitse legerauto. Hoe het is gebeurd, weet ik niet precies. Misschien schrok ‘ie, maar de hond kwam onder de legerauto en was dood. Ik ben daarna altijd angstig geweest dat loslopende honden iets zou gebeuren. Heel veel later heb ik weer een hondje gehad. Die is heel lang bij me gebleven en twee jaar geleden overleden. Sinds kort, heb ik een kater die Charlie heet.’

Zijn er wel eens Duitse soldaten bij jullie binnen geweest?
‘Op een dag stonden er twee Duitsers met geweren voor de deur. Die waren op zoek naar mannen die ze naar Duitsland konden sturen om te werken. Mijn oma en moeder zagen de soldaten en riepen tegen mijn vader: “Gijs, ga snel naar de aardappelkelder. Moffen!” De soldaten  vroegen: “Wo ist der Mann?” Mijn moeder antwoordde in het Duits dat hij in het ziekenhuis lag. Toen zag een van de Duitsers mijn kleine zusje in de box. De soldaat had zelf ook een dochtertje. Ze hadden toen alleen nog maar oog voor mijn schattige kleine zusje. Misschien miste de soldaat zijn eigen dochter wel. Ze vergaten helemaal waarvoor ze waren gekomen. Toen ze weer weg waren, kwam mijn vader uit de aardappelkelder. Plotseling ging de bel. Snel dook mijn vader weer de kelder in. Een van de soldaten was zijn geweer vergeten! Die stond naast de box van mijn zusje. Een echt geweer, naast de box van je tweejarige zusje. Dat was wel eng.’

Gebeurde er ook wel eens iets grappigs in de oorlog?
‘We gingen een keer met de auto naar familie in Brabant. Op de terugweg hadden we eten meegekregen van ze; eieren en veel vlees. Bij Vianen was een brug over de rivier de Lek en we hadden al eerder gehoord dat daar soldaten stonden en dat die je eten afpakten. Maar het was de enige plek waar je de rivier over kon, dus we moesten daar wel langs. Het eten zat in een doos en mijn oma ging toen voor die doos zitten, zodat de Duitsers het niet konden zien. “Halt!” riepen ze toen we over de brug wilden. Maar mijn oma was heel dapper en ze begon heel boos te roepen: “Geh weg! Geh weg! Die Kinder müssen schlafen!” En ze begon wild met haar armen te zwaaien. Ze schrokken van mijn strenge oma, deinsden achteruit en smeten het portier dicht. Mijn vader reed weg en zei: “Nou oma, je weet nog wel de mannen bang te maken.” En toen barstten we allemaal van het lachen. En we hadden nog al ons eten, door onze ‘strenge’ oma!’

Wat deed u bij de Bevrijding?
‘Wat ik me heel goed kan herinneren is dat de bovenmeester op school ons toesprak en zei: “Jullie zijn jong van jaren, maar oud van ziel”. En toen mochten we voor het eerst het Wilhelmus zingen. Dat was een moment, ik kan er nog tranen van in mijn ogen krijgen. Dat was voor mij heel bijzonder. Dat je weer je eigen volkslied mocht zingen. Het gaf echt het gevoel dat je weer vrij was en niet meer bezet. Geen angst dat een Duitse soldaat zei: dat mag niet. Vlak na de oorlog kreeg ik van mijn oom en een speldje met een grote V erop. Hij zei: “Die V staat voor Vrede, Vrijheid, Victorie. Dat mag nooit vergeten worden, daar gaat het om!” En als kind denk je dan: oh, hier gebeurt iets groots. En daarna gaat het leven weer gewoon door. Je gaat ieder dag naar school en je vader is nog steeds ziek. Ziek door wat hij in de oorlog heeft meegemaakt.’

   

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892