‘Dat geluid van het afweergeschut! Kang kang kang kang kang!’


Mika en Rosa vertellen het verhaal van Ria Buringa-Doorenspleet
Pieter Baststraat 23-IIIAmsterdam-ZuidDe Pijp

Oscar Carré-leerlingen Mika en Rosa interviewden Ria Buringa-Doorenspleet. Ze was bijna negen jaar toen de oorlog begon en woonde toen met haar ouders en jongere broertje vlakbij De Pijp, op Duivelseiland. Haar zusje werd vlak voor de bevrijding geboren. Ze was vaak bang tijdens de oorlog, maar besefte pas toen ze ouder was goed wat ze allemaal had meegemaakt.

Wat was het eerste moment dat u wist dat het oorlog was?
‘Op de grote speelplaats voor school liepen op een dag plotseling allemaal soldaten. De school was gevorderd, zoals ze dat noemden, en we mochten niet naar binnen omdat onze school een kazerne was geworden. We moesten naar een andere school, daar hebben we de rest van de oorlog les gehad. Ik had veel Joodse vriendinnetjes op school. Dat zij Joods waren, deed er helemaal niet toe, maar we wisten toevallig welke kinderen Joods waren omdat zij op zaterdag met de sabbat niet naar school hoefden. Dat viel wel op. Op een dag stapte er iemand de klas binnen om de Joodse kinderen op te halen, want die mochten naar een nieuwe school. Jaloers dat we waren! Wij wilden ook naar een andere school. Maar later werd ons duidelijk dat deze kinderen werden afgevoerd. In het poëziealbum dat ik altijd heb bewaard, staan veel versjes van Joodse meisjes die niet zijn teruggekomen na de oorlog.’

Was u bang in de oorlog?
‘Vooral ’s nachts was ik bang. Ik hoorde in mijn kamertje het afweergeschut heel duidelijk. Door het raam zag ik dan in het donker een grote straal zoeklicht door de lucht schijnen, en ik wist dat ze dat gebruikten om vliegtuigen te zoeken. Ik was als de dood dat ze vliegtuigen uit de lucht gingen schieten, want daar zitten toch mensen in? Minstens twee, wist ik: een piloot en een copiloot. Ik kroop dan uit mijn bed om dat vliegtuig in de gaten te houden, en hoopte dat hij in de lucht zou blijven. En dat geluid van geschut! Kang kang kang kang kang. Door deze herinnering kan ik nog steeds niet tegen harde geluiden. Als het ’s nachts onweert, kruip ik helemaal weg onder m’n dekens. Dat is zo raar. Overdag was ik gelukkig niet zo bang. Ik vond het zelfs leuk om ’s ochtends granaatscherven te verzamelen, grote stukken heel grof ijzer. Die nam ik mee naar huis en spaarde ik, want je moet toch iets sparen? Ik ben nog steeds een echte verzamelaar.’

Wat zou u mensen willen meegeven door uw ervaringen?
‘Ik hoop dat jullie begrijpen dat het niet normaal is om het zo vreselijk goed te hebben zoals wij het nu hebben. Dat weet ik omdat ik ook een heel slechte tijd heb meegemaakt tijdens de oorlog. Ik hoop dat jullie dat nooit hoeven mee te maken. Het zou zo mooi zijn als iedereen iets meer tevreden was, en als iedereen iets aardiger zou zijn voor elkaar. We kunnen vaak niks doen aan wat er op andere plekken in de wereld gebeurt, maar we kunnen wel zelf ons best doen om de vrede te bewaren. Dat kan heel klein: elke dag een paar goede dingen doen, en andere mensen vergeven. Dat zou ik graag aan iedereen willen vertellen.’

         

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892