Rick, Lea, Emma en Yaro ontmoeten Loubna in hun basisschool Strijp Dorp in Eindhoven. Ze hebben allerlei vragen voorbereid voor haar. De 48-jarige Loubna kwam als baby van 2 weken oud van Marokko naar Nederland, om hier bij haar Marokkaanse adoptieouders- en zus te gaan wonen. Ze heeft nog contact met haar biologische familie in Marokko, maar voelt dat hun werelden veel van elkaar verschillen. Nederland is voor haar vertrouwder, hier is ze opgegroeid. Het raakt haar dat ze soms nog wel wordt gezien als iemand die ‘niet van hier is’.
Kunt u ons misschien iets vertellen over uw leven van nu?
‘Ik ben een alleenstaande moeder van zes kinderen. Ik vind het leuk om te lezen, te wandelen, koffie te drinken en gezellig te kletsen. Ik heb geen huisdieren, want thuis is het al best wel druk met alle kinderen die er rondlopen.
Hoe was de reis van Marokko naar Nederland?
‘Dit is wat ik ervan heb gehoord, want ik ben als baby hiernaartoe gekomen. Twee weken na mijn geboorte vertrokken mijn adoptieouders naar Nederland. We gingen met de auto, zonder autostoeltje. Ze hadden een rietenmandje waar ik in lag. De reis duurde wel drie of vier dagen.
Mijn vader ging naar Nederland om werk te zoeken. Het idee was toen dat je in Nederland veel beter kon verdienen en dus een veel betere toekomst zou hebben. En ergens denk ik ook wel voor het avontuur.’
Heeft u uw echte ouders nog een keer ontmoet?
‘Ja, ik zag ze elk jaar als we op vakantie gingen naar Marokko, en ook mijn echte broers en zussen. Ik wist alleen niet dat het mijn echte broers en zussen waren. Ik heb er zes. Wat ik wel heb opgemerkt, is dat we op elkaar lijken. Ik weet dat een broer de politiek graag volgt, en dat doe ik ook. Diezelfde broer houdt van theater, net als ik. En mijn broers en zussen zijn allemaal erg muzikaal, en dat ben ik ook. Ze spelen een instrument, zingen, of dansen graag, en daar houd ik ook van.’
We hebben gelezen dat Tonny heel belangrijk was voor uw gezin. Wie was zij?
‘Tonny was een vrijwilliger, een vrouw van dezelfde leeftijd als mijn moeder, die mijn moeder de Nederlandse taal wilde leren. Ze kwam bij ons thuis om koffie te drinken en te kletsen. Tony werd een hele goede vriendin van ons. Ik heb zelf heel erg veel van haar geleerd. Ze was ook vrijwilliger bij het kasteel van Helmond en nam mij dan mee daar naartoe. Met kerst zette ze altijd de kerstboom op en mocht ik helpen. Mijn favoriete kerstbal was de piek.’
Waarom ging u naar een katholieke school?
‘Dat was eigenlijk heel toevallig. Toen ik 3 jaar oud was, zag ik alle kinderen naar school lopen, en ik ben gewoon meegelopen. Ze hebben de school gebeld waar mijn zus op zat en toen kwamen mijn ouders mij halen. Daarna hebben ze mij ingeschreven op de katholieke school.
Ik had een hele leuke klas, soms heb ik daar wel nog eens heimwee naar. Op de basisschool voetbalde ik veel, ik speelde vaak met de jongens. Er was één ander meisje dat ook voetbalde, Camilla. Wij werden altijd als laatste gekozen.’
Heeft u snel Nederlands leren praten?
‘Ja, ik sprak het best wel snel. Ik heb ook op de peuterspeelzaal gezeten, dus ik denk dat ik met 2 jaar al beide talen sprak. Thuis spraken we Marokkaans, omdat mijn moeder niet zo goed Nederlands sprak, en buiten spraken we Nederlands.’
Wat kunt u niet missen uit de Marokkaanse cultuur en de Nederlandse cultuur?
‘Uit de Marokkaanse cultuur kan ik koriander niet missen, dat wordt in de Marokkaanse keuken altijd gebruikt. Uit de Nederlandse cultuur vind ik gewoon gekookte aardappelen, groente en vlees erg lekker, maar dan met mayonaise. Dat kan ik echt niet missen. Wat ik mis van het fruit uit Marokko zijn de gele meloenen, heerlijk stevig en zo zoet. Mijn favoriete fruit in Nederland is een lekkere appel.
Wat ik ook leuk vind aan Nederland, is dat je iedereen kunt tegenkomen. Mensen uit India, Marokko, China. Ik was bijvoorbeeld met een Algerijnse man getrouwd. Als ik in Marokko was opgegroeid, was ik waarschijnlijk met een Marokkaan getrouwd.’
Voelt u zich thuis in Nederland?
‘Ik voel mij meer thuis in Nederland dan in Marokko. Ik snap Nederland beter. Maar af en toe zeggen mensen dingen waardoor je je niet altijd helemaal thuis voelt. Ik ging een keer naar de bakker en zei dat het een beetje fris was. Toen zei die mevrouw: ‘Ja, maar waar jij vandaan komt is het warmer’. Terwijl ik uit Helmond kom. Door dat soort opmerkingen zegt iemand in feite: ‘jij bent niet van hier’, terwijl ik mij hier prima thuis voel.’