‘We moesten verplicht verhuizen’


Iva, Charlotte, Mauck en Naish vertellen het verhaal van Jan Larsen
Lodewijk van Dijssellaan 190, Haarlem

In het huis van Jan Larsen hangen veel mooie zelfgemaakte tekeningen en schilderijen. Iva, Charlotte, Mauck en Naish van de Bos en Vaartschool zijn onder de indruk en krijgen een klein getekend zelfportretje.

Hoe oud was u toen de oorlog begon?
‘Ik was 5 jaar toen de oorlog begon. We waren met negen kinderen en we woonden aan de Lodewijk van Dijssellaan 190. Mijn oudere broer zat ondergedoken in Brabant. Hij stuurde mijn ouders brieven die na lezing moesten weggooien. Maar mijn moeder bewaarde ze toch.
Ik had een geestelijk gehandicapt zusje. Zij woonde bij de nonnen in Vogelenzang, we gingen iedere week op bezoek. Ze heeft de oorlog overleefd. Ook zij heeft honger gehad, maar ze is goed verzorgd door de nonnen. Ze stierf in 1947 aan een hersenbloeding.

Het laatste jaar van de oorlog was heel bijzonder, want onze straat lag in een schootsveld. Daarom moeten we in 1944 verplicht evacueren. We kregen 4 september bericht dat we binnen drie weken ons huis moesten verlaten. Een gezin met negen kinderen was niet zomaar onder te brengen. Samen met andere gezinnen gingen we naar de zusters van de Liduinaschool in de Kloosterstraat. We speelden op de speelplaats, en we sliepen met 20 kinderen in lokalen.’

Hoe kwam u aan eten?
‘Mijn vader kwam uit een rijke familie, met een grote schoenenfabriek Larsen. Tijdens de crisis in de jaren 1930 ging die failliet. Dus toen hadden ze helemaal niets meer. Maar mijn vader kende wel alle schoenenhandelaren en had vóór de oorlog nog bij een andere schoenenfabrikant gewerkt. Daarom had hij in de oorlog nog een voorraad schoenen, die hij met de boeren ruilde voor eten.

Tijdens de hongerwinter had ik wintertenen en zweren op mijn voeten en handen door ondervoeding. Toen de wonden niet dicht gingen, moest ik naar de dokter. Maar die had geen medicijnen meer, alles was op. Hij zei dat het beste medicijn was om iedere ochtend je handen en voeten in je plas doen. Het hielp nog ook!

Door de oorlog heb ik nog steeds heb ik last van mijn tanden. De tandarts zei een keer: “U bent zeker een oorlogskind!” Hij kon aan mijn tanden zien dat ik als kind honger had gehad.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892