‘We moesten snel inpakken en vertrokken per boot naar het eiland Biak’


Broox, Maja en Julian vertellen het verhaal van Guus Bruno
Nieuw-Guinea

Broox, Maja en Julian van basisschool Strijp Dorp in Eindhoven interviewen Guus Bruno, een man met een bijzondere achtergrond. Geboren in Nieuw-Guinea, groeide hij op in een groot gezin, maar door de politieke spanningen veranderde zijn leven drastisch. Na de gedwongen migratie naar Nederland in 1951 maakte hij een nieuwe start in een onbekend land.

Hoe was uw jeugd in Nieuw-Guinea?
‘Ik groeide op in een groot gezin met negen kinderen. Helaas overleed mijn zusje op 4-jarige leeftijd aan longontsteking. Mijn oudste zus en broer moesten vluchten voor het Indonesische leger omdat ze in militaire dienst zouden worden genomen.

Op school speelde ik honkbal en softbal. Ook speelden we gatric, een lokaal spel met een grote en een kleine stok die je daarna weg moest slaan. Ik was ook bezig met zelfverdediging, zoals karate, kempo en judo. Mijn vader was instructeur in het leger. Hij gaf me het advies om altijd balans en evenwicht te vinden, zowel in sport als in het leven.

Mijn schooldag begon om half negen en eindigde om kwart voor twaalf. Daarna ging ik vaak zwemmen in de Stille Oceaan, wat heerlijk was. Het klimaat was tropisch, met temperaturen tot wel 40 graden, wat een groot verschil is met het koude Nederland.’

Waarom vertrok u naar Nederland?
‘De situatie in Nieuw-Guinea werd gespannen doordat de Indonesische president Sukarno zich tegen Nederland keerde. Nederland gaf Nieuw-Guinea op, en we werden gedwongen te vertrekken. We moesten snel inpakken en vertrokken per boot naar het eiland Biak en daarna met een vliegtuig naar Nederland. Hier, ik laat het jullie zien.

‘Het was een lange reis. We hadden een tussenstop in München, waar ik voor het eerst sneeuw zag. Het was ontzettend koud.’

Hoe voelde u zich bij aankomst in Nederland?
‘Ik had gemengde gevoelens. Ik was deels boos dat we moesten vertrekken, maar ik moest de nieuwe situatie in Nederland ook accepteren. Het leven hier was veel gehaaster dan in Nieuw-Guinea.

Mijn vader moest na onze aankomst nog een jaar terug naar het leger, daarna was hij weer bij ons. De veranderingen waren groot, maar ik leerde snel het Nederlandse systeem begrijpen doordat ik in Nederland ook naar school ging. We verbleven eerst bij een tante in Den Haag, daarna werkte mijn vader in een glasfabriek in Tiel. We hebben daar een tijdje gewoond.

Het was niet zo moeilijk om Nederlands te leren, omdat ik al op een Nederlandse school in Nieuw-Guinea zat. Ik had de taal al een beetje onder de knie.

Er was een keer een bijna-ongeluk toen ik als jongen in een dorp bij Tiel fietste. In de winter zakte ik door het ijs en belandde onder water. Gelukkig redde een vriend mij door het ijs kapot te slaan en me eruit te trekken. Mijn moeder was erg geschrokken en ik moest meteen onder de hete douche om longontsteking te voorkomen.’

Hoe is uw leven in Nederland?
‘Ik heb meer dan vijftig jaar gewerkt. Ik was kraanmachinist in een staalfabriek en later als monteur bij de productie van kunststoframen. De werkcultuur was snel en efficiënt. Het tempo was hoog; alles moest snel af. Het motto was vaak ‘liever vandaag dan morgen’, heel anders dan hoe het gaat in Nieuw-Guinea.

Thuis eet ik vaak Indisch omdat ik dat gewend ben. Als we aardappelen eten, heb ik snel weer honger. Maar als ik op reis ben, probeer ik ook het lokale eten, al was het in het begin soms vreemd.

Ik heb een zoon van 50 jaar en een dochter van 42 jaar. Dit is mijn tweede huwelijk; mijn vrouw heeft ook kinderen van Turkse afkomst. We hebben samen kleinkinderen. Mijn kleinzoon lijkt volgens mijn familie erg op mij. Helaas heb ik weinig contact met ze.

Ik hou van tuinieren, amateurradio, en ik plaag mijn vrouw soms voor de lol. Ik communiceer met mensen wereldwijd, vooral in het Italiaans, Spaans en Turks. Helaas is mijn antenne nu kapot, dus ben ik tijdelijk niet actief.’

Wilt u ooit nog terug naar Nieuw-Guinea?
‘Ik zou graag teruggaan, maar mijn vrouw wil bij onze kleinkinderen blijven. Ik zou alleen gaan, maar dat zou de terugkeer naar Nederland moeilijk maken, dus ik doe het niet.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892