‘We hadden de inboedel van een Joods gezin in onze schuur’
Ecrin, Ameria, Jahionah en Kyran vertellen het verhaal van Bets Worp
Assendelft
Bets Worp is 91 jaar en was tien jaar oud toen de oorlog begon. Ze wordt door Ecrin, Ameria, Jahionah en Kyran van Het Zaanplein geïnterviewd. De leerlingen zijn erg benieuwd naar haar verhaal en stellen haar vragen die ze goed voorbereid hebben.
Hoe heeft u de oorlog ervaren?
‘Wij hebben het niet slecht gehad in de oorlog. We woonden in Assendelft en miijn ouders hadden een transportbedrijf. Je mocht geen radio en krant meer hebben. Omdat mijn vader een echte handelsman was, kon hij melk en granen regelen. Mijn moeder maakte dan boter van de melk en bakte brood voor ons. Ook kon ik vanaf 1943 naar de middelbare school in Zaandam. lk was een jaar langer op de basisschool gebleven omdat mijn vader dacht dat volgend jaar de oorlog wel over zou zijn. Maar dit was natuurlijk niet zo, helaas. lk kon op een redelijk goede fiets met luchtbanden elke dag naar school. lk kende wel een meisje dat een fiets had met houten banden. lk kreeg elke dag brood mee naar school. Mijn moeder zei dat ik mijn brood moest weggeven aan kinderen die zelf geen brood hadden. Zelf kreeg ik dan weer brood als ik thuis was.
Heeft u gezien dat de Duitsers Joodse mensen meenamen?
‘Ik heb niet gezien dat ze Joodse mensen meenamen. Maar wel hadden we bij ons in de schuur de inboedel van een Joods gezin. Die is nooit opgehaald. Het gezin is nooit meer teruggekomen. Mijn vader heeft wel Joodse meiden van een jaar of zestien, zeventien uit Haarlem geholpen. Zij haalden in Amsterdam-Noord eten. Als ze dan terugkwamen bij ons thuis dan aten ze mee. Mijn vader bracht ze dan terug met ons roeibootje naar de overkant van het kanaal. Want als je met de reguliere pont ging, dan werd alles wat je mee smokkelde afgepakt door de Duitsers.’
Hoe vond u het om in de oorlog op te groeien?
‘Daar kan ik heel moeilijk een antwoord op geven. Wij hebben niet slecht gehad. lk kon nog zwemmen en naar gymnastiek. Mijn man, die ik na de oorlog leerde kennen, had het wel veel slechter gehad thuis. Vanuit huis werd wel altijd gezegd: “pas goed op.”
Hoe voelde u zich dat de oorlog afgelopen was?
‘Je was weer vrij en kon weer alles normaal doen. Toch was niet alles meteen weer op voorraad.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.