‘Vrede. Dat heb ik veel liever dan een groot feest.’


Tatum, Kira, Jeske en Esther vertellen het verhaal van Marius Romijn
Parkstraat 2, Zaandam

We (Tatum, Kira, Jeske en Esther) kwamen om half twaalf bij het huis van meneer Romijn aan. We hadden verwacht dat het een gewoon rijtjeshuis zou zijn, maar toen we naar binnen gingen, moesten we een wenteltrap op, en kwamen we in een huis vol met oude apothekerskasten, een oud poppenhuis en veel fotoboeken. Meneer Romijn wist heel veel te vertellen over de oorlog, ook al was hij nog maar 1,5 jaar oud toen de Duitsers ons land binnen vielen.

Wat kan u zich herinneren van de oorlog?
‘De geluiden van de vliegtuigen kan ik me nog altijd voor de geest halen. En als het luchtalarm afging, moest je meteen van straat en bij het dichtstbijzijnde huis op de deur kloppen om te vragen of je daar mocht schuilen. Ook moest je altijd om zes uur ‘s avonds binnen zijn, anders kon je beschoten worden.
Een vriend van mijn ouders vroeg regelmatig of er bij hen onderduikers konden overnachten, dus daarom hadden we vaak andere mensen in huis. Maar het was wel gevaarlijk. Want politieman Ragut was mijn buurman. Hij was een beruchte NSB’er en hij stond bekend om zijn verraad van Joden en verzetsleden. De Raad van Verzet in Zaandam besloot dat hij geëlimineerd moest worden voor zijn daden. In 1944 werd Ragut neergeschoten door de verzetsman Jan Bonekamp, hier vlakbij. Na de aanslag op Ragut werd mijn vader bang dat hij opgepakt zou worden. Hij had het weliswaar niet gedaan, maar het gebeurde weleens dat de Duitsers onschuldige burgers vermoordden als waarschuwing, en om mensen angstig te maken. Daarom bracht mijn vader ons tijdelijk naar een ander verblijf. Toen de dader uiteindelijk opgepakt werd, gingen we terug. Ik mocht niet met mijn buurvrouw, de vrouw van Ragut, praten na zijn overlijden. Dat was moeilijk, want zij was mijn lerares op school.’

Kent u nog meer mensen uit het verzet?
‘De verzetsman Op den Velde had een illegale radiozaak hier in Zaandam. Op den Velde slaagde erin om een werkende verbinding met de Nederlandse regering in Londen te leggen. In 1944 is hij opgepakt en niet meer teruggekomen, maar in mei 1945 hebben we nog een laatste radiobericht van hem ontvangen. Mijn moeder en vader hoopten toen al dat wij bevrijd waren, en Op den Velde’s laatste radiobericht gaf ons de bevestiging. We waren bevrijd.’

Wat is het mooiste en het engste wat u heeft meegemaakt tijdens de oorlog?
“Dat is een lastige vraag. Het mooiste gebeurde op 11 maart 1945. Het was middenin de Hongerwinter en ik herinner me dat mijn moeder in de middag thuiskwam met vijf Zweedse broden en anderhalve pond margarine. Bij ons was er, net zoals bij vele anderen tijdens de Hongerwinter, erge hongersnood. Normaal kregen mijn broertje, zusjes en ik een nattige pap. Dat was uiteraard beter dan niks, maar het ontvangen van deze broden waren het hoogtepunt van de Hongerwinter voor mij. Het engste was voor mij dan toch wel het luchtalarm. Twee tot drie keer week galmde het geluid over de Zaanse straten. Als dit gebeurde moest ik met mijn familie onder de trap schuilen en wachten tot het voorbij was.

Over 25 jaar is het 100 jaar na de Bevrijding. Hoe vindt u dat we dit moeten vieren?
‘O, dat weet ik meteen. Met: ‘nooit meer oorlog’. Ik vind het verschrikkelijk dat er nu, na de Eerste en de Tweede Wereldoorlog , nog steeds oorlog in de wereld is. Ik hoop dat er ondanks onze verschillen in cultuur, taal of godsdienst, vrede kan worden gesloten.

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892