‘Voor vier personen kreeg je vier schepen soep en een half broodje in de week’


Sabrina, Miriam en Yasin vertellen het verhaal van Ria Kroes 12 jaar toen de oorlog begon
Haarlemmermeerstraat 169Amsterdam-Zuid

Wij, Sabrina, Miriam en Yasin, waren vandaag bij mevrouw Kroes in Sassenheim om haar te interviewen. Tijdens de oorlog heeft ze met haar ouders en kleine broertje op de Haarlemmermeerstraat 169 gewoond. Mevrouw Kroes zat vanaf groep 6 tot en met groep 8 op onze school, de Eloutschool. In die tijd was de school nog gescheiden, in een jongens- en meisjesschool.

Was u bang toen de Nazi’s Nederland binnen kwamen? 
“Nou nee, ik was natuurlijk pas twaalf, echt bang was ik niet. Het was wel allemaal nieuw, maar het leven ging gewoon door. Ik wist wel dat er iets niet goed was, je mocht ’s avonds bijvoorbeeld niet naar buiten en er zaten mensen in de kou. Mannen konden niet zomaar naar buiten, die konden worden opgepakt. Maar wat me nog het meeste bijstaat is de honger.”


Hoe heeft u de Hongerwinter ervaren?
“Ik herinner me dat nog heel goed. Ik had net examen gedaan op school en toen kwam de winter. We hadden vreselijk veel honger. Dat was het ergste wat ik meegemaakt heb. We hadden bijna niets en konden ook niet meer koken want er was geen gas. In haar huis had mijn oma nog een oud fornuis dat je met hout kon verwarmen. Zij woonde in de Tweede Jan van der Heijdenstraat met mijn tante en oom. Toen zijn wij met ons hele gezin bij haar gaan wonen. Met zijn zevenen woonden we in haar kleine appartementje. Ik weet nog dat mijn broer op een stoel moest slapen. Al het hout uit het huis hebben we gebruikt om in het fornuis te stoken: het bureau, stoelen. Ik kan me nog herinneren dat na de oorlog geen enkele plank meer in de kasten zat.”


Hebben jullie ook eten van de gaarkeuken gekregen?
“Op het laatst was er alleen nog eten van de gaarkeuken, iedereen moest met een pannetje naar school toe en per persoon had je een bonnetje. Voor vier personen kreeg je vier schepen soep en een half broodje in de week. Dat waren 8 sneetjes, 1 sneetje per dag. Omdat er zo weinig eten was waren we allemaal heel mager en zwak, je ging maar de hele dag een beetje op bed liggen want je was veel te moe. Maar mijn oma wilde natuurlijk altijd zorgen dat het goed ging met haar kleinkinderen en zei soms stiekem: ‘Hier heb je nog iets, voor mij hoeft het niet,’ en dan gaf ze mij en mijn broer haar sneetje brood.’”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892