‘Vijfenzestig familieleden, stel je eens voor hoeveel dat is!’


Vincent, Yasmina, Jessica, Dilivan en Ilias vertellen het verhaal van Sandra de Bood (Brandeis)
Andreas Bonnstraat 6-3Amsterdam-Oost

Op de zomerschool van de Dapperschool nemen Sandra de Bood (71) en leerlingen Vincent, Yasmina, Jessica, Dilivan en Ilias plaats onder een boom op het schoolplein. Sandra zet een aantal zwart-wit foto’s van haar opa, oma, moeder, vader en zusje behoedzaam naast zich neer. Als ook pakjes limonade en koekjes voor de kinderen. En dan vertelt ze aan de hand van de vragen het verhaal van haar Joodse familie.

Hoe hebben uw ouders de oorlog overleefd?
‘Mijn moeder was Joods en vijftien toen de oorlog begon. Ze trouwde in februari 1943 met mijn niet-Joodse vader. Aan het begin van de oorlog zorgde zo’n gemengd huwelijk er nog voor dat je nog niet meteen werd opgepakt. Maar toen zij trouwden, was het al verboden om als niet-Jood met een Jood te trouwen. Dus dat was best moedig van mijn vader. Hij moest zelf als jongeman geregeld onderduiken als er razzia’s in de buurt waren. De Duitse bezetter wilde hem naar de werkkampen in Duitsland sturen. Gelukkig is hij nooit opgepakt. De Joodse kant van mijn familie moest ook oppassen. Mijn oma, de moeder van mijn moeder, heeft zich tijdens een razzia een keer verstopt. Via een spiegel zag een Duitse soldaat haar; hij heeft haar niet opgepakt. Zo zie je maar weer, er waren ook goede Duitsers. Terwijl de Nederlandse onderbuurman mijn ouders had verraden.’

Hoe was het tijdens de oorlog?
‘In hun kleine appartementje aan de Andreas Bonnstraat, waar ze gingen wonen na hun trouwen, namen mijn ouders onderduikers – een bevriend gezin met een jong kind – in huis. Stel je eens voor hoe moeilijk dat geweest moet zijn. Altijd stil zijn, alleen heel soms ‘s avonds naar buiten kunnen en altijd in angst leven dat je verraden of ontdekt zou worden. We hebben nu het coronavirus, waarbij de scholen een tijd gesloten waren en jullie veel binnen moesten blijven. Best moeilijk voor sommige van jullie, denk ik. Maar stel je eens voor, toen was er geen Netflix of TikTok!’

Heeft de rest van uw familie de oorlog ook overleefd?
‘Helaas niet. Ondanks dat mijn ouders eigenlijk nooit over de oorlog spraken met mij heb ik van mijn moeder begrepen dat er vijfenzestig familieleden naar de concentratiekampen zijn afgevoerd en vermoord. Stel je eens voor hoeveel dat is! Mijn moeder heeft vanaf het balkon van haar ouderlijk huis in de Pretoriusstraat gezien hoe de familie werd meegenomen door de Duitsers. Ze hadden netjes wat spulletjes verzameld om mee te nemen. Ze dachten dat ze naar een werkkamp werden gebracht. Van de elf kinderen uit het gezin van mijn oma heeft maar één nichtje de oorlog overleefd. Zij zat bij een boerengezin in Friesland ondergedoken. Mijn oma heeft haar na de oorlog in huis genomen.
Mijn ouders woonden sinds hun trouwen in het huis van Joodse mensen die waren weggehaald. Mijn moeder heeft zich daar lang schuldig over gevoeld. Hun spullen had ze bewaard en die werden door de vorige bewoonster na de oorlog opgehaald. Ze wilde niet meer in Amsterdam wonen. Joden die uit de onderduik en kampen terugkwamen, werden hier heel slecht opgevangen. Veel zijn dan ook naar Amerika of Israël geëmigreerd, zo ook deze mevrouw. Ik kwam er na mijn moeders dood achter dat zij een jarenlange vriendschap en briefwisseling met haar heeft gehad.’

Vertelden uw ouders veel over de oorlog?
‘Ik ben zelf dus na de oorlog geboren. Er werd bij ons thuis eigenlijk nooit iets over verteld. Ik denk dat het mijn ouders te veel pijn deed. Ze wilden ons ook beschermen. Mijn zusje is in 1943 geboren en heeft haar hele leven een slechte gezondheid gehad doordat ze in de oorlog te weinig eten heeft gekregen. Helaas is ze waarschijnlijk daardoor niet oud geworden, slechts zevenendertig.
Mijn moeder en oma huilden veel, herinner ik me. Ze waren zenuwziek, zoals ze dat toen noemden. Als kind luisterde ik ’s avond wel eens aan mijn slaapkamerdeur naar de gesprekken tussen mijn ouders en vrienden over de oorlog. Dan hoorde ik wel eens wat. Pas later, na het overlijden van mijn ouders, ben ik het hele verhaal gaan begrijpen. Aan de hand van gesprekken met mensen die mijn ouders gekend hebben en door brieven die ik tussen hun spullen heb gevonden.  Ondanks hun oorlogsverleden heb ik een hele fijne jeugd gehad. Ik vind dat heel knap van mijn ouders.’

       

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892