‘Toen de slaven vrij waren, kregen ze een achternaam’


Ridouan, Kaiser, Mare, Daniela vertellen het verhaal van John Hoogwoud
SurinamaAmsterdam-West

Ridouan, Kaiser, Mare en Daniela uit groep 8 van de Admiraal de Ruyterschool in Amsterdam-West interviewen meneer John Hoogwoud. Meneer Hoogwoud komt naar de school en heeft een tas vol met boeken en spulletjes bij zich. Hij laat een houten beeldje zien, Ridouan herkent het, zijn ouders hebben het ook aan de muur hangen en zijn vader komt ook uit Suriname net als meneer Hoogwoud.

Wat is dat voor een beeldje?
‘Veel Surinamers hebben deze afbeelding in huis. Het is een jagende indiaan, een symbool van Suriname. Indianen zijn de oorspronkelijke bevolking van Suriname, voordat de Europeanen kwamen. De afbeelding is gemaakt van verschillende gedroogde kleurige houtsoorten uit het tropisch regenwoud. Er zijn zeer veel verschillende houtsoorten in het regenwoud, die ook geneeskrachtige werkingen hebben, misschien ook wel tegen kanker. Indianen in de jungle weten hier veel over te vertellen.’

Had u veel broers en zussen?
‘Ja, ik heb een grote familie. Mijn oudste broer is nu 93 jaar, ik ben de jongste. Ik ben een nakomertje. Mijn oudere broers gingen varen toen ze 18 waren, als matroos om geld te verdienen. Ze stuurden het geld naar huis. Toen ik opgroeide, woonde ik alleen nog met een broer en een zus thuis. Met mijn broer ging ik heel vroeg in de ochtend op de bromfiets naar het regenwoud om te vissen met bamboe hengels. Ja, we vingen wallabies en toekanaries in het stuwmeer, dat zijn soorten vissen. Op een keer waren we daar en toen herinnerde ik me dat ik vergeten was het vuur onder de eieren uit te zetten. We gingen snel terug, maar de eieren waren al verkoold en het plafond was al zwart. We hadden een leuke jeugd met veel ruimte om buiten te spelen.’

Wat gebeurde er tijdens de WOII in Suriname?
‘In Suriname werd er niet echt gevochten, maar we hadden bauxiet in de grond en dat werd door de Amerikanen bij ons uit de grond gehaald. Bauxiet is een grondstof voor aluminium en dat hadden de Amerikanen in de oorlog nodig om er vliegtuigen en wapens van te bouwen. Omdat er niet werd gevochten, kwamen er wel mensen uit andere landen om te schuilen. Ik heb nog twee jaar bij een stiefmoeder gewoond, omdat mijn eigen moeder ziek was, die mevrouw kwam uit Indonesië. Ze was gevlucht tijdens de WOII, ze had daar voor haar eigen ogen gezien hoe haar vader door de Japanners was doodgeschoten. Dat had ze mij verteld.’

Hoe was de school in Suriname?
‘In Suriname was het onderwijs op Nederland gericht. We hadden ook leraren uit Nederland en we moesten goed Nederlands spreken. Een broer van mij moest geopereerd worden aan een horrelvoet; de spieren werkten niet op de goede manier, voor die operatie moesten we naar Nederland. Ik was toen 14 jaar en ik wilde niet weg bij mijn vriendjes uit Paramaribo en ik verstopte me, maar ze vonden met toch en ik ging mee.’
‘In Nederland zouden we een jaar blijven, maar de periode tussen 1972 en 1975 was erg onrustig in Suriname. Mijn vader besloot dat wij in Nederland bleven wonen bij tante Elfride in Amsterdam Zuid-Oost. Mijn vader ging, nog even tot zijn pensioen, terug naar Suriname. In Nederland ging ik naar de MAVO. Ik was toen de enige donkere jongen. Ik was snel gewend en vond het ook wel leuk in Nederland. Na twee jaar ging ik naar de HAVO en tot slot naar het Atheneum. Ik heb daarna aardrijkskunde en geschiedenis gestudeerd.’

Heeft u in uw familie slavernij gehad?
‘Ja, ik heb voorouders, die als slaaf hebben gewerkt op de plantage Vossenburg. Daar werkten wel 250 slaven. Toen de slaven vrij waren, moesten ze een achternaam krijgen om bij de burgerlijke stand ingeschreven te worden. Josephine werd Hoogwoud Amalia, dat is mijn overgrootmoeder, de moeder van mijn oma. Ze was geboren in 1885. Daarna werden de kinderen steeds Hoogwoud genoemd. Dit is in de archieven van de burgerlijke stand van Suriname te vinden. Maar als kind hoorden we niet veel over de slavernij, de mensen schaamden zich er misschien voor.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892