‘Pop Lies’


Masiami (13), Anouar (12),/n Younes (13) en Mihriban (13) vertellen het verhaal van Trudy Bos 4 jaar toen de oorlog begon
Van der Pekstraat 118Amsterdam-Noord

Wij zijn Masiami, Anouar, Younes en Mihriban. Wij hebben mevrouw Trudy Bos geïnterviewd over de Tweede Wereldoorlog. Ze verloor haar pop toen ze naar Culemborg ging om bij te komen van het bombardement bij haar in de buurt.

Wat herinnert u zich van het bombardement?
“Bij de Ritakerk was een jongens-, meisjes-, en kleuterschool. De Duitsers dachten dat daar de Fokkerfabriek stond en hebben die plek op een dag gebombardeerd. Iedereen zat toen in de kerk, maar mijn broertje van 4 jaar en ik waren daar te jong voor. Mijn moeder stuurde ons die dag wat eerder naar school, het was pas half 9. Dus ik zei tegen mijn broertje: ‘Kom we gaan over de brug.’ Dat mocht eigenlijk niet, want dat was te ver. We liepen net op de brug en toen ging het groot luchtalarm af. We zijn gaan hollen en hebben geschuild in een winkel. Er kwamen allemaal zwarte kluiten naar beneden, bommen dus. Na ongeveer een half uur was het voorbij. Een meneer heeft ons toen teruggebracht naar mijn moeder. Heel veel huizen waren weg, maar gelukkig dat van ons niet. Mijn broertjes kwamen uit de kerk, ze hadden gaten in hun hoofd.”

Hoe heeft u de Hongerwinter overleefd?
“Dat was een vreselijke tijd. Onze school was gebombardeerd, waardoor er geen verwarming was. En ik had geen schoenen, maar klompjes. Ik herinner me dat de bomen uit de Van der Pekstraat werden omgezaagd, zodat iedereen een stuk hout kon krijgen. Daarmee kon je naar de klompenmaker. Ik had heel erg veel honger. Mijn vader ging op de fiets naar het Wieringermeer, zeker 100 kilometer fietsen. Hij ruilde daar bijvoorbeeld Monopoly spellen of handdoeken voor tarwe of aardappelen. Maar op de terugweg werd mijn vader soms opgewacht door de Duitsers, die namen alles in beslag en dan hadden we nog niks. Af en toe hadden we wel tarwe. Dat moesten we malen in een koffiemolentje en daar maakten mijn moeder dan met water een soort papje van. Of ze maakte soep van water met wat groenten uit het tuintje van mijn vader. Maar verder hadden we echt niets.”

Wat is er met uw pop gebeurd? U heeft er een verhaal over geschreven.
“Na het bombardement werd ik naar Culemborg gebracht. Mijn moeder heeft toen een pop voor mij gemaakt, Lies noemde ik haar. In de oorlog kon je namelijk geen poppen kopen. Mijn moeder had een vakje in de pop gemaakt met ritssluiting, om een nachtjaponnetje in te doen. De mevrouw waar ik verbleef, gebruikte dat toen om sleutels in te bewaren die toegang gaven tot de plek waar onderduikers bleken te zitten. Na mijn verblijf in Culemborg is die pop daar gebleven, ik mocht haar niet meenemen. Jaren later ben ik terug geweest in Culemborg. Daar werd mij verteld dat de mevrouw waar ik sliep pop Lies altijd op 5 mei aan de deur hing, als teken van vrijheid.”

 

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892