‘Opa was kostganger: hij nam de onderduikers in huis en gaf ze te eten’


Tibeau, Doortje en Polina vertellen het verhaal van Dre Rennenberg
Leostraat, Eindhoven

Tibeau, Doortje en Polina zijn heel benieuwd naar het verhaal van Dre Rennenberg (1936). Hij was 4 jaar toen de oorlog begon en woonde aan de Leostraat in Eindhoven. Meneer Rennenberg (later ambtenaar in Eindhoven) schreef een boek over zijn herinneringen aan deze tijd. De drie leerlingen van basisschool de Hasselbraam willen weten hoe hij zich voelde. Toen de oorlog begon was hij nog erg jong, zegt hij, een gevoel is dan ook niet goed te omschrijven. Maar gedurende de oorlog voelde hij meer en meer angst.

Wat deed uw vader in de oorlog?
‘Mijn opa, oom en mijn vader zaten in het verzet tijdens de oorlog. In het verzet zitten was heel erg gevaarlijk. Ze hielpen Engelsen die de Duitsers wilden vermoorden, met schuilen en overleven. Opa was kostganger: hij nam de onderduikers in huis en gaf ze te eten. Mijn opa zorgde er ook voor dat er op het vliegveld kastjes met lichtgevende verf werden beklad, zodat de Engelsen in het pikkedonker toch zagen dat er een landingsbaan was. Mijn oom sprak heel veel talen en kon dus goed helpen. Iedereen moest zijn radio inleveren, maar opa hield er een verborgen. Daarmee kon hij dan stiekem naar de Engelse radio luisteren.’

Wat gebeurde er met uw opa?
‘Hij is verraden, waarschijnlijk door buurtbewoners, omdat hij naar de Engelse radio luisterde. De Duitsers konden hem toen afluisteren. Ze kwamen naar ons huis en pakten hem op. Hij is naar kamp Vught gebracht, een strafkamp, maar hij kreeg longontsteking. Dokter Jordaan zorgde ervoor dat opa van het kamp naar het ziekenhuis ging en daar mocht blijven. Helaas was hij te ziek en is hij gestorven aan de longontsteking. Opa was heel erg belangrijk in het verzet.’

Wat herinnert u zich van de bevrijding op 18 september 1944?
‘Die dag was ik met mijn vriend Willy oorlogje aan het spelen achter in de tuin. Ik had een vergiet op mijn hoofd, dat was mijn helm. We hoorden ineens allemaal mensen roepen en zagen mensen op de fiets: de Engelsen fietsten door de straat. Grote vrachtwagens kwamen langs en Engelse soldaten deelden chocola uit aan ons. Een donkere man gaf mij een chocolaatje en gaf me een kus op mijn hoofd. Ik had een heel raar maar ook blij gevoel. Ze zetten bijvoorbeeld grote palen neer waar we in mochten klimmen en een peperkoekje konden winnen. En er werd limonade geschonken.

Maar de dag erna, op 19 september, zagen we lichtkogels… De Duitsers bombardeerden toch nog de stad en wij moesten vluchten naar Tivoli. Veel huizen werden verwoest.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892