‘Op school leerden we: Eerst Nederland zien, dan sterven’


Meinke en Joost vertellen het verhaal van Irving Gill
SurinameSpaarndammerbuurt en Zeeheldenbuurt

Het is dik tien minuten lopen van Het 4e Gymnasium naar de woning van Irving Gill (79). Daar is het behaaglijk warm. Irving is de kalmte zelf; hij straalt rust uit. Meinke (14) en Joost (14) wachten geduldig met vragen stellen tot Irving koffie heeft gezet. Irving kwam als 27-jarige vanuit Suriname naar Nederland.

Hoe was uw jeugd in Suriname?
Ik groeide op als drie na jongste in een groot gezin. Het was alsof we een voetbalteam waren. Iedereen had zijn taak, maar we deden ook veel samen. Het was de mooiste tijd van mijn leven. Je had nog niet zoveel informatie als nu; de wereld was klein en overzichtelijk. Alles wat je als leuk ervoer, bleef ook leuk. Nu hoor je over vluchtelingen en armoede. Dat was vroeger niet, dat kwam niet in je huiskamer. Toen ik zo oud was als jullie, was ik de koning te rijk. We hadden geen zorgen.’

Wanneer kwam u naar Nederland?
‘Ik was toen al getrouwd, maar ik ging alvast vooruit naar Nederland. Later kwamen ook mijn vrouw en zoon. Om eerlijk te zijn, was ik nooit van plan hier te komen. Ik werkte destijds bij de Koninklijke Marine als burgermedewerker. Ik had heel veel vrienden onder die jongens. Die hebben me zo bewerkt dat ik uiteindelijk de beslissing heb genomen om hier te komen. Ik had geen flauw idee wat ik zou gaan doen. Wij waren opgevoed onder de Nederlandse vlag. Op school leerden we: ‘Eerst Nederland zien, dan sterven.’ Nederland werd gezien als het moederland. De koningin was onze moeder.’

Hoe kijkt u naar de wereld?
Ik zie de wereld als mijn eigendom. Je kunt het zo mooi of lelijk maken als je zelf wilt. Ik mag je of ik mag je niet. Ik leg alles op een weegschaal. Wat me niet aangaat, laat ik aan me voorbij gaan. Heel veel Surinamers waren de kluts kwijt toen ze hier kwamen. Ze moesten zich aanpassen, dingen doen die ze niet gewend waren. Ik dacht: ‘Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?’ Je moet je overal aanpassen vind ik. Ik heb een stichting opgericht die later de brede school is geworden. Ik had een constructie bedacht om mensen bij elkaar te brengen en te houden. ’s Ochtends werden de kinderen bij mij gebracht zodat de volwassenen konden gaan werken. Ik bracht om half negen de kinderen naar school. In totaal heb ik zo’n 500 kinderen opgevangen. Heel veel kinderen bleven bij mij hangen. Maar ik word ook een jaartje ouder, dus ik heb gezegd dat kinderen van 0 tot 12 jaar ondersteuning krijgen. Daarna moeten ze naar de ouders. Ik word ook wel de oppasopa van de buurt genoemd. Als het niet op z’n Hollands kan, dan doen we het op z’n Surinaams. Als iets niet lukt, moet je zelf iets bedenken en gewoon beginnen. Dat is altijd mijn motto geweest.’

Heeft uw huidskleur invloed gehad op hoe u over de wereld denkt en hoe de wereld over u denkt?
‘Als jij het niet leuk vindt, keer ik me van je af. Jij hebt dan een probleem met mij, omdat ik misschien een andere huidskleur heb. Maar dat zit niet in mijn systeem, want ik zie iedereen als mens. Daarom zeg ik ook: ‘De hele wereld is van mij.’ Ik zie geen huidskleur. We hebben elkaar nodig. Toen ik nog in het Surinaamse oerwoud als landmeetkundige werkte – ik kende het oerwoud als zeventienjarige niet zo goed – hoorde ik een innerlijke stem zeggen: ‘Je bént er, als je me weet te gebruiken, overleef je het.’ Al die jaren heb ik overeenkomstig de natuur geleefd en zonder problemen kunnen werken. Toen ik jaren later het besluit nam om hier te komen, hoorde ik die stem weer. Ik was geland op Schiphol. Er woei een koude wind. Ik stond bibberend te wachten op de mensen die me zouden ophalen. Nu zei de stem: ‘Als je doet wat ik wil, zul je overleven.’ Die twee stemmen moest ik op een weegschaal leggen om te weten hoe ik ermee om moest gaan. In Suriname moet je zelf achter alles aangaan, maar hier in Nederland is alles geregeld. Als ik ergens voor in aanmerking kwam, moest ik het gebruiken. Zo niet, dan moest ik zelf iets verzinnen. Alles is van jou, maar je moet weten hoe ermee om te gaan.’

   

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892