‘Op een kaart uit maart 1944 schrijft mijn vader dat hij op transport gaat’
Pip, Mick, Teddie en Krisje vertellen het verhaal van Andy Wijzenbeek
Heezerweg 229, Eindhoven
Pip, Mick, Teddie en Krisje van basisschool de Hasselbraam in Eindhoven zijn op bezoek bij Andy Wijzenbeek en zijn vrouw. Ze hebben er ontzettend veel zin in, maar zijn ook een klein beetje zenuwachtig. De kinderen gaan meneer Wijzenbeek interviewen over zijn vader, die verzetsstrijder was in de oorlog. Wat zou hij allemaal over zijn vader kunnen vertellen?
Kunt u iets meer vertellen over uw vader en moeder?
‘Mijn vader Emanuel, ofwel Maan, Wijzenbeek werd geboren in Den Haag in 1909, hij was Joods. In 1932 trouwde hij met mijn moeder Marietje, zij was volgens mijn vader het mooiste meisje van Eindhoven. Mijn moeder was een katholieke vrouw. Omdat dit dus een gemengd huwelijk was, hoefde mijn vader in eerste instantie niet naar een concentratiekamp in Duitsland. Hij werkte als vertegenwoordiger voor Philips en we woonden aan de Heezerweg 229 in Eindhoven. Er waren al twee kinderen in huis en inmiddels was mijn moeder zwanger van een derde kind, dat was ik.
Net voordat de oorlog begon werd mijn vader opgeroepen voor het Nederlandse mobiliteitsleger. In die tijd ontving mijn moeder veel vrolijke brieven van mijn vader. Hij had goed te eten en de mensen om hem heen waren aardig voor hem, die tijd moet fijn voor hem geweest zijn.’
Uw vader zat in het verzet, wat deed hij dan?
‘We hadden twee Joodse kinderen uit Nederland in huis, eentje ervan heette Harrie. Ik was nog niet geboren, dus ik weet hier verder niet zoveel van. Wel weet ik dat mijn vader verzetsstrijder was. Hij hielp mensen met onderduikers in huis aan extra voedselbonnen. Dit was natuurlijk verboden en dus gevaarlijk. Mijn vader is uiteindelijk verraden, we weten niet door wie. Hij is opgepakt door de Duitsers en meegenomen. De ondergedoken kinderen zijn niet ontdekt.
Mijn vader is eerst in verschillende kampen in Nederland geweest. Uiteindelijk is hij gedeporteerd naar Auschwitz en daar vermoord, hij overleed in maart 1944.’
Uw moeder wilde niet veel vertellen, weet u ook waarom?
‘Vanuit Westerbork zijn er brieven, geschreven door mijn vader, meegesmokkeld en bij mijn moeder terechtgekomen. Daarnaast heb ik een kaart uit maart 1944, waarop mijn vader schrijft dat hij op transport gaat maar niet weet waarheen. Deze kaart heeft mijn vader hoogstwaarschijnlijk uit de trein naar Auschwitz gegooid en ook deze is bij mijn moeder beland.
Al deze brieven en kaarten heeft mijn moeder bewaard in een koffertje (snoepblikje). Dit koffertje was het enige wat ons herinnerde aan onze vader. Af en toe kwam het op tafel te staan en lazen wij de brieven en kaarten. Mijn moeder wilde niet veel vertellen over mijn vader omdat ze het verdriet eigenlijk wilde wegstoppen. Ik heb dit zelf ook jaren gedaan. Ik wilde me ook niet verdiepen in de oorlog, ik was een tijd lang vooral boos op de Duitsers.
De kaart die hoogstwaarschijnlijk uit de trein naar Auschwitz gegooid was, liet mijn moeder wel meteen zien toen mijn vrouw kwam kennismaken. Mijn moeder wilde dus wel het een en ander delen, maar vond dit ook heel moeilijk.’
Hoe was het leven na de oorlog?
‘In de brieven aan mijn moeder schreef mijn vader over de baby, een meisje dat Marijke zou moeten gaan heten. Hij schreef dat hij hoopte dat hij terug zou zijn voordat het kindje geboren zou worden. Ik werd in mei 1944 geboren, mijn vader was toen al gestorven.
We hadden in die tijd weinig. Ik speelde met klosjes garen, lege blikjes en lege luciferdoosjes. Toen ik vier maanden oud was, vierden we de bevrijding. Ik droeg een Amerikaans petje en de mensen noemde mij in plaats van Andre (dit was mijn doopnaam) Andy. Dit deden ze vanuit dankbaarheid naar de Amerikanen.
Jarenlang heb ik niet over de oorlog na willen denken en niet over de oorlog willen praten. Sinds kort ben ik me steeds meer gaan verdiepen in het verleden van mijn vader, mijn dochter heeft dit in mij aangewakkerd. Ik ben nu vooral trots op de dapperheid van mijn vader.
Er is inmiddels een struikelsteen voor mijn vader geplaatst bij mijn geboortehuis, mijn vader komt terug in een boek en artikel van omroep Brabant en er is een straat naar hem vernoemd in de verzetsbuurt. Maar het allermooiste is dat mijn kleinzoon vernoemd is naar mijn vader. Mijn moeder wilde graag dat ik onze zoon Maan zou noemen, maar dat wilde ik niet, dat was te pijnlijk. Nu is de wens van mijn moeder toch nog uitgekomen.’
Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.