‘Onthouden hoe leuk het was vóór de oorlog…’


Agnes (12), Karlijn (11)/n en Stan (12) vertellen het verhaal van Anna de Groot-Papegaaij 9 jaar toen de oorlog begon
Camperstraat 48

Mevrouw De Groot-Papegaaij is geboren in de Rapenburgerstraat, waar ze tijdens de oorlog ook naar school ging. Haar vader was Joods, haar moeder niet. Daardoor heeft haar vader de oorlog overleefd. Hoewel Anna de Groot-Papegaaij zelf niet Joods was, werd ze wel Joods opgevoed. In het begin droeg ze ook de ster, totdat haar moeder het te gevaarlijk vond. Toen moest ze ook naar een andere school. Voor mevrouw De Groot-Papegaaij was de oorlog een heel angstige tijd. Ze was altijd bang dat haar vader opgepakt zou worden. Ze zag haar familie verdwijnen. Een zus en een oom zijn ondergedoken, zij hebben de oorlog overleefd, maar de rest van de familie is omgekomen in Auschwitz en Sobibor.

Had u het leuk op school?
“Ja, ik had een leuke school, we zaten met kinderen van alle geloven door elkaar. Maar op een gegeven ogenblik mochten niet-Joodse kinderen niet meer samen in een klas zitten met Joodse kinderen. Al mijn vriendjes en vriendinnetjes gingen naar een andere school en ik bleef achter met een stuk of drie-vier kinderen uit mijn klas, Mijn school werd een Joodse school en alle Joodse kinderen uit Amsterdam kwamen daar naartoe. Ik herinner me dat ik dat heel naar vond, ik was al mijn vriendjes en vriendinnetjes kwijt. Daarna zat ik in de klas met alleen maar Joodse kinderen. Soms kwam er een vriendje of een vriendinnetje ineens niet meer en dan vroeg je je af of ze weggehaald zouden zijn en of ze ooit nog terug zouden komen. Of zouden ze ondergedoken zijn? Want dat deed je soms, als je dat kon betalen.”

Wist u waar uw zus ondergedoken zat?
“Wij hadden geen idee. Ze was een dochter uit het eerste huwelijk van mijn vader. Ze was in de oorlog in verwachting geraakt, dat wisten wij niet. We wisten ook niet waar ze was, zelfs niet of ze nog leefde. Toen de baby geboren moest worden, heeft een fijne dokter ervoor gezorgd dat mijn zus in het ziekenhuis terechtkwam. Wij woonden tegenover het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis en achteraf bleek dat ze daar lag en dat haar baby dus bij ons aan de overkant geboren werd. Mijn vader had geen idee dat hij op dat moment grootvader werd. Na de oorlog stond mijn zuster ineens weer voor de deur: ‘Hier ben ik’. Nadat we tweeënhalf jaar niet wisten waar ze was, wat er met haar was gebeurd en of ze nog leefde… ”

Hoe voelde u zich tijdens de bevrijding?
“Ik was dolblij, ik kon het eigenlijk niet geloven. Maar dan komt natuurlijk het verdriet. Want dan wacht je: komen mijn zusters terug, komen mijn tantes terug, komen mijn ooms terug, nichtjes en neefjes, komen mijn vriendinnetjes terug? Helemaal niemand. Behalve een oom en een zuster van mij die waren ondergedoken, verder kwam niemand terug. Ik was dus blij dat de oorlog afgelopen was, maar tegelijkertijd miste ik zoveel mensen. Ik moest helemaal opnieuw beginnen. Ik had ook wel niet-Joodse vriendjes en vriendinnetjes, maar ik miste alle anderen, die vriendschappen. Die krijg ik nooit meer terug. Ik kan er alleen maar goed aan blijven denken, hoe leuk dat was vóór de oorlog.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892