‘Mijn vader zag me aankomen en werd wit van de schrik’


Mattijs, Jason en Lisa vertellen het verhaal van Theo van den Nieuwenhof
Aalsterweg, Eindhoven

Het regent en daarom zijn Mattijs, Jason en Lisa extra blij dat ze met de auto mogen, ze praten enthousiast over de vragen die ze hebben voorbereid. Theo van den Nieuwenhof verwelkomt de junior-journalisten hartelijk. Je kan zien dat hij vaker kinderen over de vloer heeft, behendig stelt hij leuke vragen aan ze, en dan is het tijd dat de kinderen vragen aan hem gaan stellen. Meneer Van den Nieuwenhof was 6 jaar toen de oorlog begon en woonde aan de Aalsterweg in Eindhoven.

Bent u wel eens in gevaar geweest?
‘We waren al bevrijd toen er lichtkogels werden uitgegooid. Door de lichtjes leek het even alsof het feest was. Daarna kwam er een luchtaanval van de Duitsers. Mijn 15-jarige zus was die dag gaan kijken bij de Engelsen in de stad. Vanwege het bombardement moesten we naar de schuilkelder, maar zolang mijn zus niet terug was, wilde mijn vader niet mee. Toen het bombardement even stopte, is hij haar zoeken. Toen bleek dat ze met meneer Fens was, ook wel de vrijgezel van Kor-Ton-Jo. Samen hadden ze in een schuttersputje gezeten om te schuilen, dat waren gegraven kuilen waarin je kon gaan staan.’

Heeft u wel eens een kogel gevonden?
‘Rond kerstmis 1944 waren we al bevrijd. Op een dag stopte bij ons in de buurt een Amerikaanse auto, die de weg zocht naar het Sint Josephziekenhuis. Op datzelfde moment kwam een Duitse jager over en schoot een reeks kogels af die ook terechtkwamen in het raam van mijn ouders’ kamer. Een buurmeisje raakte gewond. Mijn vader is toen met haar naar het ziekenhuis gegaan en dat is gelukkig goed afgelopen. Toen hij thuiskwam, adviseerde mijn moeder hem om de doek van de kruik te halen in bed, dan kon hij zich opwarmen. In zijn bed bleek nog een granaat te liggen. Hij pakte de granaat voorzichtig op terwijl mijn broer riep: ‘Pa, kijk uit, die kan ontploffen!’ Het was een zogenaamde blindganger, die tussen plafond en muur naar binnen was gekomen.’

Hoe wist u dat de oorlog eindigde?
‘Op 18 september moesten we ‘s morgens naar de schuilkelder. Rond 4 uur riepen mensen: ‘De Amerikanen zijn er’, en de kelder stroomde leeg. Mijn broer zei tegen me: ‘Kom, we vinden vast iets in de bossen’. We liepen zo’n 10 meter het bos in en daar lag een Duitse soldaat. ‘Weiter, weiter’, zei hij tegen ons, maar mijn broer sjouwde gewoon door en vergat mij. De Duitser vroeg aan mij: ‘Hast du hunger?’ en haalde een worst uit zijn broekzak en sneed hem in tweeën. Daarna nam hij me aan de hand mee de straat op. Hij dacht vast: als ik haar hand vastheb, schieten ze me niet dood. Mijn vader zag me aankomen en werd wit van de schrik. De binnenlandse strijdkrachten namen de Duitser over.’

 

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892