‘Hij schoot de kogel tegen de muur, en die ketste zo in mijn wang’


Ties, Guus en Max vertellen het verhaal van Niel de Win-Coolen
Molenstraat 17, Waalre

Ties, Guus en Max van basisschool de Wilderen lopen naar het huis van Niel de Win-Coolen. Ze zijn een beetje gespannen want ze hebben veel vragen, en Matthijs die ook mee zou gaan is ziek. Ze moeten dus alle vragen met z’n drieën stellen. Mevrouw de Win-Coolen woont nu in een nieuwbouwhuis in Waalre. Ze werd in 1935 geboren aan de Molenstraat 13, maar toen de oorlog uitbrak was ze 5 jaar oud en woonde ze aan de Molenstraat 17. In de muur van dat huis zat nog lang na de oorlog een gat waar geschoten was. Haar vader wilde dat dat gat zichtbaar bleef.

Wat weet u nog van het begin van de oorlog?
‘Het was heel akelig toen de oorlog begon. Er kwamen tanks en jeeps, en er vlogen vliegtuigen over. Op een dag ging ik wandelen op het Timmereind met mijn vader, en toen hoorden we dat er een vliegtuig was neergestort. We zijn gaan kijken. De piloot zat nog in het vliegtuig, maar hij was dood. Daar mocht ik van mijn vader niet naar kijken. Ik weet eigenlijk niet of dat een Engels of een Duits toestel was.’

Hoe was het voor u in de oorlog?
‘Wij woonden met onze ouders, vier zussen en één broer in een huis met een zagerij. Die zagerij was van mijn vader die timmerman was. Tussen de houtkrullen in de werkplaats sliepen eerst Duitse soldaten die ‘s nachts hun wapens naast zich hadden liggen. Later woonden er ook Engelse soldaten. De meesten waren best wel aardig, want veel soldaten hadden thuis natuurlijk ook een vrouw en kinderen. Op de zolder van ons huis woonde een Joods echtpaar, maar dat wisten wij als kinderen niet. Wij wisten alleen maar dat we bij elkaar moesten slapen omdat er geen plek meer was op de zolder. We mochten ook nooit met andere kinderen spelen, alleen maar met elkaar en op straat. Dat was omdat niemand mocht weten dat er Joodse mensen in ons huis woonden. Als er vriendjes bij ons thuis kwamen, zouden ze misschien iets merken en dat aan hun vaders vertellen. We gingen ook maar twee uur per dag naar school, dus het was best eenzaam zonder veel vriendjes en vriendinnetjes.’

Bent u zelf ook bang geweest?
‘Als we in de schuilkelder zaten die mijn vader zelf had gegraven, vertrouwde ik op mijn ouders die zeiden dat het goed zou komen als we zouden bidden. Ik ben wel heel bang geweest toen ik een kogel in mijn wang kreeg. Die kogel kwam van een Engelse soldaat die zijn revolver aan het schoonmaken was. Hij schoot de kogel per ongeluk tegen de muur, en die ketste zo in mijn wang. Ik moest met mijn vader snel met de fiets naar het ziekenhuis in Eindhoven terwijl het heel hard bloedde. Ik vroeg steeds aan mijn vader of ik dood zou gaan, maar hij zei: ‘Nee hoor, gij wordt heel oud’. De Engelse dokter die mij daar geopereerd heeft, is later nog bij ons langs gekomen. Ook het Joodse echtpaar kwam na de oorlog nog vaak bij ons op bezoek.’

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892