‘Mijn ouders hadden stiekem een radio die ze in de wasemmer verstopten. Daar legden ze dan mijn poepluiers op’


Jared (11), Ravi (12),/nNino (11) en Thijs (10) vertellen het verhaal van Jan Jansen 0, toen de oorlog begon
Noorder IJpolder, zijkanaal H-weg 211

Wij zijn Jared, Ravi, Nino en Thijs en we hebben Jan Jansen geïnterviewd. Hij vertelde ons dat Tuindorp Oostzaan er vroeger heel anders uitzag, en dat er een vliegtuig neergekomen is precies op de plek waar nu het huis van Nino staat! Dat was wel even confronterend om te horen.

 

Wat weet u nog van de oorlog?
“Omdat ik pas in het eerste jaar van de oorlog geboren ben, kan ik me niet al te veel herinneren. Maar mijn ouders hebben me wel nog een boel verteld. Zo lag op het terrein rondom ons huis een kruidmagazijn dat continue door Duitse militairen bewaakt werd. Mijn ouders hadden daar niet veel last van, en als klein jongetje heb ik vaak bij soldaten op schoot gezeten.
Maar mijn ouders legden zich niet zomaar neer bij de situatie hoor. Ze hadden stiekem een radio die ze in de wasemmer verstopten. Daar legden ze dan mijn poepluiers op, zodat de Duitsers de radio niet zouden vinden.”

Hoe ging uw gezin om met de hongerwinter?
“Wij hadden gelukkig niet zo’n last van de hongerwinter; mijn vader was landbouwer dus die kon gemakkelijk aan eten komen. Ook hadden wij een flinke moestuin achter ons huis liggen waarop we wortels, aardappelen en andere soorten groenten verbouwden, en mijn moeder bakte altijd zelf brood van gemalen tarwe, melk en gist van de bakker. Vlees hadden we niet, maar dat had in de oorlog bijna niemand. 

Er kwamen regelmatig mensen langs die op hongertocht waren, die gingen dan de boeren langs om eten te kopen of te ruilen. Als er net geoogst was gaf mijn vader die mensen een schepje en zei: “Wat mij betreft mogen jullie heel de akker omploegen!”. Vaak blijft er na de oogst namelijk nog wat liggen, na een aardappeloogst bijvoorbeeld liggen er nog allemaal kleine aardappeltjes op de akker. Nou, die wilden die mensen wel! Ze gingen op pad met het schepje en kwamen soms met hele zakken kleine aardappeltjes bij ons vandaan.”

Hoe veranderde dat na de oorlog?
“Och, bij de bevrijding was het feest. Vliegtuigen dropten blikken met biscuitjes en chocoladerepen, grote vrachtschepen uit Zweden kwamen Zweeds wittebrood brengen. Dat zijn kleine vierkante boterhammetjes, en die aten we dan met boter en suiker. “Dit is nog lekkerder dan taart!”, zeiden de mensen dan. Nu moet je je voorstellen dat ik nog nooit zoiets als chocolade of Zweeds wittebrood geproefd had. Ik vond het ongelofelijk lekker! Dit is een van de eerste dingen die ik me zelf kan herinneren uit mijn leven.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892