‘Toen bleek wel dat ik genoeg te eten had, want de dokter zei dat ik daar te dik voor was’


Esmee (11), Desmond (12),/nChelsea (11) en Nena (12)
 vertellen het verhaal van Gerrie de Boer-Nietszman
, 8 jaar toen de oorlog begon
Uranusstraat 22

Toen we Gerrie de Boer-Nietszman kwamen interviewen, stond de voordeur al open en lag de tafel vol met lekkers. Wij konden ons wel voorstellen dat mevrouw Nietszman bang was voor vliegtuigen, een angst die ze overhield aan de bombardementen. “Ik ben er nog steeds best wel bang voor”, vertelt ze. “Ik stap voor geen goud in zo’n ding.”

Hoe kwam u aan eten in de oorlog?
“Mijn vader werkte eerst bij Van Gend & Loos, een bedrijf dat spoorwegen aanlegde. Op een gegeven moment gingen de spoorwegen staken, dus toen had mijn vader geen werk meer. Toen kreeg hij gelukkig een baan als kok in de gaarkeuken bij het Zonneplein. Daardoor kon hij natuurlijk makkelijk aan eten komen.”

Hoe ging dat dan?
“Ik werd naar mijn vader gestuurd met een pannetje met een doek erover, want niemand mocht zien dat wij daar eten gingen halen. Het was eigenlijk pikken wat wij deden, het eten uit de gaarkeuken meenemen, maar mijn vader was daar heel nuchter over, ‘Mijn eigen gezin moet toch ook kunnen eten?’, zei hij dan altijd. Er werd een keer een controle gedaan door de dorpsdokter om te kijken of er kinderen waren die zo mager waren dat ze bij boerenfamilies zouden moeten worden ondergebracht. Toen bleek wel dat ik genoeg te eten had, want de dokter zei dat ik daar te dik voor was. Maar dat vond ik helemaal niet erg. Ik bleef veel liever thuis zodat ik buiten kon spelen met mijn vriendjes.”

Kende u ook aardige Duitsers?
“Ik weet nog dat we thuis helemaal niks hadden om de kachel mee op te stoken. Dus dan gingen we kooltjes zoeken op de dijk. Vaak deden we dan ook een wedstrijdje wie de meeste kogelscherven kon verzamelen. Op een dag kwam er een kolenschuit aanmeren en dat ging als een lopend vuurtje door het dorp. Iedereen stond op die schuit kolen te pakken, tot Duitse soldaten in de lucht schoten om de mensen weg te jagen. Mijn vriendinnetje en ik kwamen net aanlopen, toen een Duitse soldaat ons wenkte. ‘Ik ga niet naar hem toe hoor’, zei ik. Maar hij bleef wenken. We liepen naar hem toe en hij gaf ons een hele zak vol kolen. Er waren dus ook echt wel goede Duitse soldaten.”

Contact


Heb je een vraag aan ons? Wilt u meedoen als verteller, als basisschool, of een bijdrage leveren door een interview te begeleiden? Neem contact op, we helpen graag verder.

Christine: +31 6 816 834 18

NL41 TRIO 0254 753892